732
voorhoede van den vijand te bestrijden zich aan ontdekking prijs geeft.
Daarmede maken zij eene groote kans om buiten gevecht gesteld te worden,
hetzij door ondersteuningstanks, begeleidende artillerie of vliegtuigen. S.
wenscht daarom, dat iedere Abwehrkompagnie minstens 3 zware mitrs van
2 cm krijgt om de lichte tanks te bestrijden. Daardoor zal het geschut
gespaard kunnen worden voor den strijd tegen de zware vechtwagens.
Motoriseering.
In een artikel van Fasella in de Rivista di fanteria van Oct. 1934, in uit
treksel overgenomen in het Mil. Wochenblatt van 25 Dec. '34 No. 24, worden
eischen geformuleerd voor de mechanische trekkracht van de bergartillerie,
en wel: rupsbandtractor, gewicht 300 kg, max. lengte 3 m, hoogte 1.60 m,
breedte 1.15 m, snelheid op niet te smalle wegen 34 km/uur, trekkracht
1500 kg. In deze motoriseering wordt het voordeel gezien van geringere
marschdiepte en grootere snelheid Hoezeer S. ook getracht heeft zijn
tractor aan te passen aan de afmetingen van het paard, vreezen wij toch,
dat eene dergelijke bergartillerie hare karakteristieke kenmerken zal hebben
ingeboet.
Luistertoestellen.
In Wehr und Waffen van Jan. 1935 geven Prof. Dr. Chr. v. Hofe en Dr. H.
Raaber in Ueber die Basis bei Richtungshörern een bewijs, dat het nieuwe
luistertoestel van de firma Goerz volgens een geheel nieuw principe is
gebouwd en geen basis noodig heeft. De oudste luistertoestellen berustten
op het instellen van het apparaat naar de max. geluidssterkte, waarvoor
meestal een conische trechter werd gebruikt. Het daarop volgende systeem
berustte op de phasentheorie van Rayleigh, welke zegt, dat de juiste ge
luidsrichting gevonden wordt, wanneer het geluid de beide ooren treft in
dezelfde trillingsphase. De theorie van het tijdsverschil van Hornbostel
en Wertheimer onderstelt, dat de richting gevonden wordt, wanneer het
geluid de ooren gelijktijdig treft, en dat het tijdsverschil maatgevend is
voor de fout in de richting. Wordt het eerstgenoemde toestel practisch
niet meer gebruikt wegens zijne groote mate van onnauwkeurigheid, ook de
beide laatste, die in wezen onderling weinig verschillen, zijn niet absoluut
nauwkeurig. In het nieuwe toestel van Goerz is een door Dr. Maurer aan
gegeven kunstgreep gebruikt om te bewerkstelligen, dat bij draaien van
het toestel uit de geluidsrichting de geluidssterkte voor het eene oor wordt
versterkt en voor het andere verzwakt. Hierdoor wordt een zeer groote
nauwkeurigheid voor het vaststellen van de geluidsrichting bereikt, ge
middeld 0,2°. De omstandigheid, dat men beweerde, dat de nauwkeurigheid
van dit toestel ook afhankelijk was van de basislengte tusschen de „ooren",
was reden voor de schrijvers om in dit artikel het tegendeel te bewijzen uit
gehouden proeven.
Materieel.
Dr. W. Vieser, Hauptmann d.R., geeft Betrachtungen über die Entwicklung
der Artillerie in Wehr und Waffen van Dec. 1934. Voor deze ontwikkeling
van de artillerie is geen scherpe lijn te vinden in de bewapening van de ver
schillende legers. Ten deele wordt dit veroorzaakt door de groote hoeveel
heden artilleriematerieel, die nog aanwezig zijn uit den oorlogstijd. Aan den
anderen kant wordt eene zekere terughouding in de herbewapening der art.
ook veroorzaakt door de nog in gang zijnde ontwikkeling der mechaniseering
en der versterkingskunst. Toch zijn zekere richtlijnen te vinden in de
bewapening van het Amerikaansche leger en in de proefmodellen, die door
verschillende geschutfabrieken worden gelanceerd en in sommige landen
worden beproefd.