733
In de eerste plaats is merkbaar een streven naar eenheidsgeschut, dat
des te noodzakelijker is nu een aantal nieuwe geschutsoorten is ingevoerd:
inf. geschut, tankafweergeschut, luchtdoelgeschut. Daarbij memoreert S. nog
de door velen noodig geachte invoering van middelzware houwitsers 20
cm).
Daarnaast heeft de motoriseering reeds belangrijke vorderingen gemaakt.
De opvoering van het ballistisch vermogen kenmerkt zich in de eerste
plaats door opvoering van de dracht: veldgeschut vóór den oorlog 68 km,
thans 15 km, enkele ontwerpen reeds 20 km; berggeschut vroeger 6 km,
thans 1012 km; voor middelbare (15 cm) en middelzware (20 cm) houwitsers
verdubbeling tot 15 km; kanonnen van 15 cm tot 25 km.
Door de buitengewone opvoering van de V0 moeten ook de affuiten zwaar
der worden. Voor 10,5 cm kanonnen bedraagt het affuitgewicht bij max.
drachten van 15, 17 en 20 km reps. 2,9 3,5 en 5,2 ton. De nieuwe geschutsoor
ten laten overigens de volgende gemiddelden zien voor de verhouding
Dracht in km: Kaliber in cm. Lange kanonnen IV2 1, houwitsers 1 1, mor
tieren Vz 1.
De opvoering van de dracht is geschied door betere vorm van het projectiel
(20% meer dracht) en door opvoering van de Vo (lading en lengte geschut)
Het tegenwoordige geschut heeft volgende gegevens. Kanonnen lang tot
50 kal., Vo 8001000 m; houwitsers lang 2025 kal., max. V0 500 m.
Vergrooting van de uitwerking van het enkele projectiel werd verkregen
door langer dus zwaarder projectielen. S. noemt enkele getallen, o.a. 69 kal.
lange projectielen van 155 mm hw., die 90 kg wegen in plaats van de vroegere
43 kg. Ook dient genoemd verbetering van de springwerking (buizen en
pro j ectielstaal
Overigens wijst S. op de noodzakelijkheid om, waar invoering van pantser
granaten, brandprojectielen en gasprojectielen noodig is gebleken, te streven
naar beperking van het aantal projectielsoorten.
Voor bestrijding van vliegtuigen, vechtwagens en doelen, die verrassend
onder vuur kunnen worden genomen, is een groote vuursnelheid noodig, voor
veldkanonnen 20 sch., 10,5 cm kanonnen 10 sch. en voor 15 cm geschut 5
sch. per minuut. Machinekanonnen (24 cm) voor bestrijding van laag-
vliegende vliegtuigen vuren 100 sch./minuut (een Vickers-ontwerp 800 sch./
minuut). Het zijdelingsch schootsveld (en ook de toelaatbare elevatie) moet
groot zijn.
Het gewicht in batterij hangt hoofdzakelijk af van de mondingsenergie
en bedraagt 8 kg (licht veldgeschut) tot 15 kg (middelbare houw.) per meter-
ton. Zoo heeft een 76 mm veldkanon met een proj. van 8 kg en een V0 van
800 m/sec. eene mondingsenergie van 256 mt. en weegt in batterij 4000 kg.
Voor een Vo van 600 m wordt het gewicht 3000 kg.
De uitneembaarheid van inf. geschut en berggeschut wordt in het kort
besproken en daarna de spreidaffuiten, waarvan de nieuwste voorbeelden
worden genoemd.
Vervolgens memoreert S. de eenheidsaffuiten voor 2 vuurmonden, o a. voor
tankafweerkanon en inf. kanon, voor het Amerikaansche 7,5 cm veldkanon
en de 10,5 cm houw., voor 15 cm kanonnen en 22 cm houwitsers. Het eenheids
kanon, waarvan S. eenige voorbeelden geeft, is eigenlijk nog niet verder dan
het stadium van bestudeering.
Het opstel wordt beëindigd met eene opsomming van het geschut van het
Amerikaansche leger
Veldkanon 7,5 cm, proj. 6,8 kg, dracht 13,7 km, spreidaffuit
Veldhouw. 10,5 cm, proj. 15 kg, dracht 11 km, zelfde spreidaffuit
Kanon van 12 cm, proj, 22 kg, dracht 18 km
Houw. van 15,5 cm, proj, 42 kg. dracht 15 km
Eenheids-veld-luchtdoelgeschut 7,5 cm
Kanon van 15 cm en Houw. van 20,3 cm met zelfde spreidaffuit.