738 troep, het zooveel mogelijk openen van de tenten overdag voor zoninval, het zoo min mogelijk blootstellen van lichaamsdeelen na zonsondergang. Deze maatregelen bleken niet voldoende om de stijging van het maiariaziekte- cijter tegen te gaan, waarna de prophylactische chinineverstrekking werd ingevoerd. De schrijver spreekt terecht van een groote handicap door het niet gebruiken van klamboes bij de malariavoorkoming. Het niet gebruik maken van de veldkiamboe komt ons dan ook onbegrijpelijk voor in zulk een malariarijke streek. De troepen waren tevoren actief geïmmuniseerd tegen cholera-typhus-dy- senterie. Deze ziekten kwamen sporadisch voor. Voor de watervoorziening maakte men gebruik van bron- en rivierwater. Het water werd in alle gevallen gechloreerd. In sommige gevallen was sedi mentatie en precipitatie noodig. Voor wat betreft de voeding was een verheugend feit o.a. de dagelijksche verstrekking van melk, boter en room uit de militaire melkerij van besha- war. De meik werd gepasteuriseerd, afgekoeld en in groote melkemmers op lage temperatuur genouden en zoo overgebracht. De dagelijksche voeding gar geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. Aan bivakhygiëne wijdt Richmond nog een bespreking, om vervolgens te vertellen van de groote vliegenplaag die werd ondervonden en die onder houden werd door aanwezigheid van muilezels en kameelen. Met vliegen- papier en vliegenvallen werd zooveel mogelijk getracht dezen toestand te verbeteren. Behartenswaardige opmerkingen worden gemaakt over het gebruik van latrines. Omtrent den algemeenen gezondheidstoestand moge het belangrijkste hier worden vermeld. Buikziekten kwamen slechts in een gering aantal voor, cholera in het geheel niet. De malaria gaf het grootste aantal opnamen in de veldambulances: 40% van het aantal patiënten kwam op rekening van de malaria. Hieruit blijkt weer hoe belangrijk het is, dat met inachtneming van de strategische eischen groote aandacht wordt besteed aan de medische eischen. Op grond van de toename van het aantal malariagevallen werd begin September overgegaan tot chinineprophylaxis en wel 650 mgr. bihydrochloras-chinini in tabletvorm dagelijks. Gebleken is toen, dat de chinineprophylaxis ongetwijfeld een belang rijk aandeel heeft gehad in het tot een minimum terugbrengen van hospitaal opname gedurende de operatiën. Doordat een gedeelte der troepen v.n. Britsch-Indische geen chinineprophylaxis kreeg, werd een goede vergelij king mogelijk gemaakt en wordt deze ook gepubliceerd in 2 uitvoerige curven. Bij bespreking van deze malariacurven in verband met de chinineprophylaxis wordt gezegd: „De curven pleiten dus sterk ten gunste van het feit, dat deze maatregel (chinineprophylaxis) waardevolle hulp verleende bij het valide houden van een belangrijk deel van den troep, die anders in het hospitaal zou zijn opgenomen". De conclusie van de bijdrage luidt: „Deze kleine „grensoorlog" had plaats in het ongunstigste jaargetijde en is van speciaal belang uit een oogpunt van militaire hygiëne. Alle omstandigheden nog eens beschouwend pleit de goede gezondheid van den troep behalve t.o.v. de malari en het geringe aantal ingewandsziekten, voor haar hygiënische discipline en geeft een bewijs van de doeltreffende samenwerking der medische en commandovoerende officie ren". v.d.S.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 110