dan al het porcelein, de antieken, de schilderijen, enz. enz., welke Lascy had laten vernielen)de 20000 Russen vluchtten naar Frank furt, Lascy met zijn 15000 man naar Lübden in de Lausitz (in den avond van den tweeden dag was hij al 90 km. ver weg En toch was FRIEDRICH nog op 5 dagmarschen verwijderd In Guben (beZ. de samenvloeiing van Neisze en Elbe) kreeg de Koning be richt, dat de hoofdstad weer vrij was, weshalve hij niet verder naar Berlin ging maar naar Sachsen omboog. Van de afwezigheid van Hülsen met zijn 9000 man had het Reichsarmee gebruik gemaakt om Torgau en geheel Sachsen te bezetten: en dus was herovering van Sachsen 's Konings doel. De verdeeling der troepen op het oorlogsterrein was nu als volgt: in Silezië stond Laudohn met 40000 man tegenover de 12000 van Von der Goltz bij Torgau in Sachsen Daun met 63000 man (niet in- begr. 30'000 man van het Reichsarmee) tegenover de 44000 van FRIEDRICH. De Koning nu naderde Torgau uit het Zuiden, liet Ziethen met 16000 man de frontaanval doen en omtrok in een 25 km. wijden boog met 25000 man Daun's zeer sterke stelling. Door vertraging tijdens die omtrekking was Daun in staat tegenmaat regelen te nemen, met het gevolg dat de slag langen tijd in even wicht bleef. Ten slotte wist echter de groep Ziethen door te breken en de Oostenrijkers tot den aftocht te dwingen. Daun, die zelf gewond werd, verloor in den Slag bij Torgau 12000 dooden en ge wonden en 8000 gevangenen en 50 vmn. FRIEDRICH, die ook door een matten kartetskogel aan de borst gewond werd (zijn eerste verwonding in den krijg tot dien verloor hij slechts paar den en stukgeschoten jassen en steken), 13 a 14000 man, waarvan 4000 gevangenen (33 van zijn sterkte). Met den Slag bij Torgau eindigde de merkwaardige veldtocht van 1760. Daun bleef in zijn onneembaar kamp bij Dresden, en in Silezië hield hij alleen Glatz. En FRIEDRICH nam kwartier in Leipzig. „Ach, wat is Uwe Majesteit mager geworden „Mager ja, inderdaad en geen wonder met drie vrouwen (Maria Th., Czarina en Pompadour. SI.) die me voortdurend om den hals hangen Interessant is ook het slot van Daun's rapport betreffende den Slag bij Torgau, dat hij aan het Kabinet der Keizerin indiende: „Gott hat es absolute so haben wollen, sonsten ware es nicht ,möglich, dasz es so unglücklich hatte endigen können. Dieu est „juste (zie Bernhardi, II blz. 204.). Gelukkig geeft hij in een brief van 10 November ook nog een natuurlijker oplossing van de geciteerde „Unmöglichkeit" (Daun schrijft hoogst eigenaardig in al zijn brieven Duitsch en Fransch door elkaar nooit Duitsch of Fransch alleen) „Le plus grand mal est que tous ces Messieurs (de Gene raals. SI.) Lascy aucunement excepté, voient fort noir. En 642

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 12