eischen aan den jager te stellen 30 meer snelheid dan de moderne bommenwerper, zware bewapening) uitermate hoog worden. Wel dient over de doelmatigheid van het jachtvliegtuig voor objectverdediging in Ned.-Indië ernstige twijfel te worden uit gesproken. Alle punten, die voor luchtbescherming in aanmerking komen zijn aan de kust gelegen. Een alarmeeringssysteem kan niet dan zeer gebrekkig georganiseerd worden. Bovendien is het aantal jagers per object uitgetrokken zoo gering (12 in getal), dat slechts van geconcentreerd optreden eenig heil valt te verwachten. Een dergelijk optreden zonder volmaakt alarmeeringssysteem valt moeilijk in te denken. Oefeningen op de H. K. S. gehouden, waarbij aangenomen was, dat een keten van luisterposten tot in zee was uitgelegd, toonden aan, dat de mogelijkheid van tijdig ingrijpen zeer problematisch is te achten. Behalve voor Soerabaja, valt voor de andere in aanmerking komende objecten (Oliehavens) aan een dergelijke luisterposten keten niet te denken, zoodat de beteekenis van jachtvliegtuigen voor die verdediging gering is te noemen. In het navolgende zal dit punt nog nader worden uitgewerkt. In meergenoemd „Schema" valt wel een overschatting van de waarde van het jachtvliegtuig te bespeuren, terwijl aan het bom bardementsvliegtuig daarin slechts een zeer ondergeschikte rol wordt toebedeeld. Gaat men de gevechtswaarde na van de voorgestelde lucht macht, dan kan deze niet anders dan gering worden genoemd. Bij de beoordeeling van de gevechtswaarde van een leger of vloot gaat men na de sterkte der middelen, welke beschikbaar zijn voor vrijen inzet in het open veld of volle zee. We zien dat in dit plan ongeveer een zesde deel van het geheel beschikbaar is voor vrijen inzet als gevechtsorgaan, d.w.z. eigenlijke luchtmacht-taak. Het allergrootste deel is gebonden aan leger en vloot, terwijl nagenoeg de geheele land-vliegdienst bestemd wordt voor objectverdediging (de 48 jagers) en voor hulpdienst van het leger (12 verkenners)In wezen is een luchtmacht, georganiseerd volgens de lijnen van het „Schema" nog geheel op te vatten als „hulpwapen" voor de beide deelen van de weermachtleger en vloot, alzoo berustende op de beginselen, welke in 1918 gangbaar waren. Door het samenkoppelen van twee in wezen van elkaar ver schillende soorten luchtstrijdkrachtenhet vliegtuig als „hulp orgaan" en bestemd voor objectverdediging en het vliegtuig ge dacht als gevechtsinstrument, verkrijgt men een geheel, dat wat aantal vliegtuigen betreft heel wat lijkt, waarmede echter het doel dat met een „Luchtmacht" wordt beoogd, niet wordt bereikt. 648

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 18