En toch de aantallen vliegtuigen waarop de kostenberekening
is gebaseerd, zijn zoodanig, dat bij wijziging van groepeering en
organisatie daaruit een behoorlijke „vuist" zou zijn te formeeren.
Als punt van uitgang voor de organisatie van een „Luchtmacht"
nemen wij aan, dat, in verband met onze omstandighedenbe
schikbare fondsen, sterkte en aard der te verwachten vijandelijke
strijdkrachten e.d., een „Luchtmacht", welke 60—80 bommen
werpers geconcentreerd voor den aanval kan inzetten, een
formidabele machtsfactor beteekent.
Naast dit operatief gedeelte der „Luchtmacht" blijven formaties
luchtstrijdkrachten noodzakelijk voor verkenning, voor „hulp
diensten" en object-verdediging. De sterkte daarvan moet bere
kend worden naar het beslist noodzakelijke, waarbij een zoo eco
nomisch mogelijk gebruik moet worden nagestreefd. Vliegtuigen,
die niet of niet meer noodig zijn voor het vervullen van hun pri
maire taak, moeten kunnen worden ingezet voor een andere taak.
III. ,LU CHTM ACHT' '-ORGANISATIE
Thans zullen we in beschouwing nemen op welke wijze wij ons
de ontwikkeling denken van den huidigen toestand naar die van
een „Luchtmacht". Op den voorgrond staat, dat de beperkte fond
sen, waarmede wij wel immer rekening moeten houden, dwingen
tot een economischen opzet der organisatie door zoo groot moge
lijke concentratie der middelen, terwijl het aantal soorten vlieg
tuigen tot een minimum moet worden beperkt. Allereerst zullen
we nagaan welke taken door de luchtstrijdkrachten moeten wor
den vervuld en waar combinatie mogelijk is.
a. De luchtverkenning voor de vloot.
In verband met de doeltreffendheid van het optreden der „Lucht
macht" hebben wij er den nadruk op gelegd, dat het behoud van
een goed uitgeruste vloot noodzakelijk is. Voor doeltreffend ge
bruik dier vloot vormt de luchtverkenning een onmisbare factor,
zoowel voor het ageeren van kruisers en jagers als voor de actie
der onderzeeërs. Daar de vloot bij de uitvoering van haar taak
mede zorg draagt voor het opsporen en z.m. vasthouden van de
vijandelijke strijdkrachten, die onzen Archipel binnendringen, ver
vullen luchtstrijdkrachten, ingedeeld bij de vloot, een tweeledige
taak verkenningsorgaan ten behoeve van de actie der vloot doch
tegelijkertijd verkenningsorgaan voor de geheele weermacht, dus
mede ten bate van het „Operatief gedeelte der Luchtmacht".
Ongetwijfeld kan bovenbedoelde taak het best worden uitge
voerd door zeevliegtuigen, die in nauw verband met de vloot
optreden.
De Marine Luchtvaart Dienst voldoet in zijn huidigen vorm
geheel aan de te stellen eischen. De sterkte van de M. L. D. moet
649