worden vastgesteld, rekening houdende met de noodzakelijke be hoeften voor het uitvoeren der verkennende taak. De Marine vliegbooten, die het hoofdbestanddeel van het materieel uitmaken, eigenen zich zeer goed voor lange-afstandsverkenning ter zee. Doch bovendien zijn deze vliegbooten uitgerust voor het afwerpen van bommen. Bombardementsopdrachten kunnen worden uitgevoerd geduren de de uitvoering van de hoofdtaak, doch eveneens kunnen groe pen dezer vliegtuigen, die niet of niet meer noodig zijn voor het vervullen der hoofdtaak, als bomvliegtuigen worden toege voegd aan het operatief gedeelte der luchtmacht, ter versterking. Uit bovenstaande volgt, dat naast de primaire taak van verken ning aan de marine-luchtstrijdkrachten als secundaire taak een gevechtstaak kan worden opgedragen, waarvoor dezelfde soort vliegtuigen wordt gebezigd. Hoe de verhouding van de marine-luchtstrijdkrachten moet zijn tot de „Luchtmacht", t.w. als deel van de „Luchtmacht" perma nent gedetacheerd bij de vloot of een onderdeel vormend van de vloot, zooals thans het geval is, zal nader uitgemaakt moeten wor den; thans is zulks echter meer van formeelen dan van practischen aard. In oorlogstijd zal toch de opperbevelhebber de noodige aanwij zingen voor het gebruik van de luchtstrijdkrachten moeten kun nen geven; in vredestijd zal het bepalen van de taak, het houden van oefeningen met andere deelen van de „Luchtmacht", aanschaf fing materieel, proefnemingen e.d. een nauwe samenwerking ei- schen, waarvoor toch een regelend „Centraal Orgaan" noodig is. b. De luchtverkenning voor het leger. De waarde van luchtverkenning en -waarneming ten be hoeve van het leger is ongetwijfeld zeer groot te noemen. Toch moet in aanmerking genomen worden dat die waarde van een andere orde is, dan die hierboven ten aanzien van de vloot aan gehaald. De waarde toch van de luchtverkenning voor de vloot wordt niet slechts bepaald ten opzichte van de betrekkelijke vloot- onderdeelen, doch niet in het minst ten opzichte van het geheele defensie-systeem. Het veldleger is geconcentreerd gedacht op Java en er dient bedacht te worden, dat indien de vijand den voet op Java aan land zet een eerste fase van den strijd reeds zal zijn afgewikkeld. De verkenningen, alsdan noodig, zijn in het algemeen van tactischen aard. Buitendien weten wij in geval van oorlog zeker, dat een vijand naar Ned.-Indië zal komen om bepaalde objecten te vermeesteren of te vernietigen; niet zeker is het echter dat die vijand naar Java zal komen om een poging tot verovering van dit eiland te 650

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 20