middelste handgranaat van den bundel. Indien dit niet het geval
is, wijzige men de opstelling eenigszins.
4. Op een afstand van een meter of vijf aan de zijde van de
schuilplaats wordt thans een piket je in den grond geslagen, be
staande uit een stuk gespleten bamboe (ongeveer een derde ge
deelte van den omtrek) met den bolronden kant gericht naar
de schuilplaats. In dit piketje is een gat gemaakt met ongeveer
2 cm. middellijn.
5. Aan een lange lijn, die ruimschoots reikt tot de schuilplaats,
wordt nu een halve veiligheidspen gebonden. Men neme hier
voor die helft, die niet is voorzien van een kapje en nokje, daar
anders haperingen van het eenvoudige mechanisme zouden kun
nen optreden, en men hinde de lijn in de zich in de halve veilig
heidspen bevindende holte voor de uitwerpveer.
6. Vervolgens haalt men de hangende granaat op tot in bijna
den hoogsten stand en bevestigt het ophangtouwtje met een ruime
vaste lus, door het gat in het piketje heen, aan deze halve veilig
heidspen, zooals fig. lb aangeeft.
7. De lange lijn bedoeld in punt 5, is de af treklijn. Uit een
oogpunt van veiligheid wordt deze bij het piketje ruim opgeschoten
en vervolgens met een ruime lus gelegd om een tweede piketje.
Bij de schuilplaats, op een punt van waar men het springpunt
kan zien, slaat men een zelfde paaltje in den grond en handele
op dezelfde wijze (zie de figuur 1).
8. Thans wordt een tweede lijn uitgelegd, die dienst moet doen
als veiligheidslijn. Bij het springpunt wordt deze verbonden aan
een plankje of iets van dien aard. Dit plankje wordt voorloopig
terzijde gelegd.
9. Nu worden 3 piketjes in den grond geslagen achter den
bundel handgranaten. (In de figuur is duidelijkheidshalve de
bundel niet geteekend. Slechts is de middelste handgranaat aan
gegeven) De beide voorste piketjes zijn hooger dan het achterste
piketje en ook hooger dan de daarvóór geplaatste handgranaten,
(zie figuur la).
10. Over deze piketjes legt men een plankje, zoodanig, dat het
bijna in evenwicht is, doch toch nog uit zichzelf rust op het achter
ste piketje. Men zorge voor een vrije ruimte tusschen het plankje
en de middelste handgranaat van ongeveer 7 cm (zie fig. la).
11. Nu wordt het veiligheidsplankje, bedoeld in punt 8, ge
plaatst, zoodanig, dat het wipplankje slechts ongeveer een cm.
hiervan vrij is (zie fig. la).
12. Thans overtuigt de leider zich ervan, dat alles in orde is.
Hij laat alle menschen zich begeven naar de schuilplaats, doch
stelt één post op bij het piket in de buurt van de schuilplaats met
opdracht te verhinderen, dat iemand over één der lijnen zou
666