van het gat ligt. Om afrollen van deze helling te voorkomen zorge
men voor een lichte onderstopping. Tevens moet men er op letten,
dat de gemakkelijke gang van den band in het oog van de middelste
piket door het verzinken niet verloren is gegaan.
In fig. 3 is de struikellus schetsmatig aangegeven, waarbij de
piketjes zijn verzonken en de handgranaat op een ingegraven
helling ligt.
Bij opruimen der struikellussen is het eerste werk het uitdraaien
van den detonator, waarbij de handgranaat weer zoodanig wordt
omvat, dat de duim de veiligheidspen naar binnen drukt. Vervol
gens wordt weer de uitwerpveer met een touwtje tegen de granaat
aan gebonden, daar een handgranaat, die haar veiligheidspen heeft
verloren eigenlijk onherstelbaar is bedorven, en nog slechts in half
gewapenden toestand en als springlading kan worden gebezigd.
Het is duidelijk, dat het bijzonder gebruik van handgranaten
een bijzondere vaardigheid vergt, een vaardigheid, die slechts
door rustige oefening kan worden verkregen en het is dus aan te
bevelen zoo nu en dan de in dit artikel beschreven bijzondere
gebruiksvormen te beoefenen. In voorkomende gevallen kunnen
ze hun nut hebben.
Men houde evenwel in het oog, dat, vooral het leggen van een
eenigszins uitgebreid mijnenveld, zeer veel, wellicht ontoelaatbaar
veel munitie vergt. Daarbij komt nog, dat de handgranaat er niet
op is geconstrueerd om lang tegen een zeer vochtige omgeving,
als nat gras, bestand te zijn. Zal een mijnenveld dus langeren tijd
werkzaam moeten zijn, dan is ververschen noodzakelijk. Het dicht
stoppen met vet van het gat voor de veiligheidspen en dat voor den
detonator, zooals de Heer VELLENGA aanbeveelt, zal zeer zeker
gunstig werken, doch het materiaal van de handgranaat zal toch
betrekkelijk spoedig zoodanig bederven, dat kans bestaat op on
volledige detonatie's. De detonator zelve is goed water- en lucht
dicht. Bij een proef waarbij eenige detonatoren een tweetal dagen
onder water hadden gelegen, bleek dat daarvan niet het minste
nadeel was ondervonden. Andere getallen over den houdbaar
heidsduur van aan weer en wind blootgestelde handgranaten staan
schrijver niet ten dienste. Wellicht, dat hierover later nog het
een en ander zal kunnen worden medegedeeld.
672