pijen hiertegen, bij de aanschaffing van nieuwe machines, mis
schien te berde zouden kunnen brengen, geheel overschaduwd
worden door het algemeene landsbelang. Ons inziens kunnen de
bevoegde autoriteiten niet vroeg genoeg beginnen met hierop aan
te dringen, terwijl zulks als voorwaarde gesteld zou kunnen wor
den voor het verkrijgen van de subsidies door de verkeersmaat-
schappijen.
Na het vorenstaande zal men ons misschien toevoegen, dat het
gebruik van verkeersvliegtuigen voor militaire doeleinden volken
rechtelijk verboden is. Inderdaad, maar wat is de bedoeling van
deze bepaling Het beschermen van de burgerbevolking tegen de
tonnen bommen, welke met deze vliegtuigen afgeworpen kunnen
worden. Voor ons heeft dit echter geen zin; de burgerbevolking
van een eventueelen tegenstander is zoover van ons verwijderd,
dat geen enkel vliegtuig in staat zal zijn deze te bereiken. Onze
bommenwerpers zullen alleen gebruikt kunnen worden, en dan
ook moeten worden, tegen een aanvaller, een vijandelijke vloot,
dus een zuiver militair doelen hiertegen kan uit een volkenrecht-
telijk oogpunt natuurlijk niet het minste bezwaar bestaan.
Gistroit komt ten slotte tot deze laatste opmerking
„Uit het voorgaande hebben we gezien dat we bijzondere vlieg
tuigen noodig hebben voor de verschillende taken; deze vliegtui
gen zullen minder kosten, in korter tijd zijn te bouwen en beter
geschikt zijn voor de vervulling van hun taak. Maar de Fransche
autoriteiten konden nog niet besluiten naar dezen grondslag te
handelen, want men heeft nog geen juist inzicht in de taak van de
luchtstrijdkrachten in een toekomstigen oorlog en vreest daar
om een fout te begaan, indien men óf in de eene, óf in de
andere richting een besluit neemt. Men gelooft voor alle gevallen
klaar te zijn, wanneer men vliegtuigen laat bouwen, die voor alle
doeleinden gebruikt kunnen wordenwaarschijnlijk is men op
deze manier voor geen enkel geval klaar".
681