genoemde formule af. De oorlogsjaren bezorgen hem het Legioen van Eer (1870) en den kapiteinsrang (1871). „Ayant payé sa dette a son pays, Halphen revient a la Science: en 1872 il est nommé répétiteur a l'Ecole". Naar aanleiding van zijn gedrag bij St. Quentin wordt Halphen speciaal geprezen in het rapport van generaal Faidherbe. De bekende mathematicus Charles Hermite merkt naar aanleiding daarvan op: „Halphen, Faidherbe, après tant d'autres, ont été fidèles a la double mission de l'Ecole Polytechnique et ont continué ses glo- rieuses traditions. N'y a-t-il pas effectivement, dans les habitudes de l'intelligence, dans cette nature particulière que crée l'enseige- ment de notre grande Ecole, une liaison normale, une concordance avee les qualités du soldat? Une rigoureuse discipline de l'esprit prépare aux devoirs militaires, et l'on ne peut douter que les études mathématiques contribuent a former cette faculté d'ab- straction indispensable au chef pour se faire une représentation inférieure, une image de Taction par laquelle il se dirige, en oubliant le danger, dans le tumulte et l'obscurité du combat". Halphen heeft door zijn onderzoekingen veel bijgedragen tot de verrijking van de karakteristiekentheorie van Chasles, welke aanleiding heeft gegeven tot een nieuwen tak van meetkunde, de meetkunde van het aantal. Het daaraan ten grondslag liggende principe van het behoud van het aantal is te beschouwen als een andere formuleering van het continuïteitsbeginsel van Poncelet. Dat principe houdt in, „dat wanneer men in een vergelijking met één onbekende de coëfficiënten geleidelijk laat veranderen, de graad, en dus het aantal wortels, hetzelfde blijft, zelfs indien twee of meer van deze wortels samenvallen, mits men in dit laatste geval de multipliciteit van den meervoudigen wortel behoorlijk in rekening brengt." 1) Uit het jaar 1876 dateert een naar Halphen genoemde stelling uit de differentiaalmeetkunde der gebogen oppervlakken. In 1878 schrijft hij, aanknoopend aan de onderzoekingen van Laguerre, een proefschrift over differentiaalinvarianten. In 1880 wordt zijn beantwoording van een door de „Académie des Sciences" uitge schreven prijsvraag bekroond. Zijn werk draagt tot titel: „La réduction des équations linéaires aux formes intégrables". De Berlijnsche Academie begiftigt hem in 1882 met den Steiner- prijs voor een studie over algebraïsche ruimtekrommen, terwijl hij in 188'8 tot lid van de „Académie des Sciences" wordt benoemd. Halphen treedt in dat jaar weer in actieven militairen dienst als majoor bij het 11de regiment te Versailles en verzoekt bij het Parijsche garnizoen ingedeeld te worden om de zittingen van de Hk. de Vries: „De Meetkunde van het Aantal". (Christiaan Huygens, jaargang 19331934, blz. 32). 689

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 61