„Académie" te kunnen bijwonen. Een verstarde bureaucraat van
het Ministerie van Oorlog merkt naar aanleiding van dit alleszins
redelijke verzoek op, dat hij vreest, dat bij inwilliging ervan „un
précédent gênant" zou worden geschapen.
De cumulatie van wetenschappelijken arbeid met zijn militaire
verplichtingen wordt hem op den duur noodlottig. Evenals Laurent
sterft hij in de kracht van het leven. Bij zijn vroegtijdigen dood
waren twee deelen van zijn magistraal werk „Traité des fonctions
elliptiques" verschenen.
Victor Amédée Mannheim. (18311906).
Mannheim, die in zijn jeugd het voorrecht had in de mathesis
onderwezen te worden door Catalan, komt in 1848 op de Ecole
Polytechnique om in 1850 als artillerist zijn studies voort te zetten
aan de school te Metz. In hetzelfde jaar publiceert hij zijn eerste
artikel in de „Nouvelles Annales de Mathématiques". Gedurende
zijn luitenantsjaren verschijnen in dat tijdschrift tal van bijdragen
van zijn hand. In 1857 publiceert hij een geschrift, dat tot titel
draagt: „Transformation des propriétés métriques des figures a
l'aide des polaires réciproques".
Als kapitein wordt Mannheim in 1859 aan de Ecole Polytech
nique verbonden, eerst als repetitor, daarna als examinator; van
1864 tot 1901 doceert hij er de beschrijvende meetkunde. Voor zijn
verdiensten bij het beleg van Parijs wordt hem de rang van kolonel
verleend.
In 1886 verschijnt de „Cours de Géométrie descriptive" van
Mannheim in druk. Zijn voornaamste werk draagt tot titel„Prin
cipes et développements de géométrie cinématique" (1894). Hierin
bouwt hij voort op de onderzoekingen van Chasles betreffende de
verplaatsingen van vaste lichamen, die wel onderscheiden moeten
worden van hun bewegingen, waarbij de tijd als factor in rekening
gebracht wordt. Dè „géométrie cinématique" is een tak der meet
kunde en niet van de kinematica, voor welk laatste onderdeel der
mechanica zij echter wel van bijzonder veel belang is.
Op dat gebied ontdekt Mannheim ongeveer tegelijk met een
Duitsch mathematicus een theorema, dat thans bekend is als het
theorema van Schönemann-Mannheim. Het betreft de verplaatsing
van een vast lichaam, welke aan 4 of 5 voorwaarden gebonden is,
bv. dat 5 van zijn punten in 5 gegeven vlakken moeten blijven.
Mannheim heeft verder belangrijk werk verricht op het terrein
van de synthetische differentiaalmeetkunde. Hij knoopt daarbij
o.m. aan bij de onderzoekingen van Dupin en bouwt synthetisch
de theorie van verschillende lijnenverzamelingen in de ruimte op.
Mannheim zegt over zijn werk, waarvoor hem in 1872 de Pon-
celetprijs is toegekend„Wat mij betreft, kan ik onmiddellijk zeg
gen, dat ik langs meetkundigen weg en daarlangs uitsluitend,
690