reikte doch welke marsch hem 200 dooden en 300 blijvende inva- liden bezorgde. Toen FRIEDRICH de Spree bereikte, hoorde hij dat Daun reeds vooruit was naar Görlitz, en besloot hij om in Bautzen te blijven hij dacht er nu over om zich op Lascy te werpen, wat Daun wel' weer terug zou brengen. De 7 Juli was een rustdag voor de troepen, behalve voor de cavalerie, die dezen dag Lascy's lichte FRIFDRTrHterqg i6 Slaa^En in den nacht van 7/8 Juli ging h RIEDRICH in 3 colonnes Westwaarts om Lascy in te sluiten; wat weer mislukte (alle goede dingen bestonden voor Lascy in drieën) omdat deze met zóó tot het uiterste gespannen zenuwen achter den Koning volgde dat hij elke bedreiging voelde aankomen en dan nu ook hals over kop terugsnelde, heelemaal tot Dresden. En nu besloot de Koning om Dresden te gaan belegeren' Maar men denke zich de situatie even in: FRIEDRICH verre de min- ere in getalsterkte die alles op het oorlogsterrein door elkaar jaagt, en inderdaad aan de overmacht zijn wil oplegt Hij rekende voor de belegering 14 dagen tijd te hebbenen als hij den eersten dag na een kort bombardement de vestin« had be stormd, zou de aanval stellig gelukt zijn. Maar in een zwak oogen- blik zag hij op tegen het overleveren van Dresden aan een plun dering en hoopte op capitulatie die niet gelukte. Na een zwaar bombardement, dat Dresden vrijwel geheel vernielde, was Daun weer terug, al deed hij weinig meer dan praten. Zoodat FRIED RICH op 29 Juli het beleg opgaf en naar Meiszen ging, waar hij vernam, dat Glatz gevallen was. Niets gelukte den Koning tot nu toe Daarom ging hij in Augustus naar Silezië, waar Laudohn op Breslau een soortgelijke verrassing beproefde als hem bij Glatz gelukt was. FRIEDRICH liet Hülsen met 10000 man achter om Sachsen zoo goed en zoo kwaad als dat ging te verdedigen. En de nu volgende 14 marschdagen, gedurende welke de Koning door Daun en Lascy werd „geëscorteerd", en ten slotte ook nog door Laudohn, zijn wel de merkwaardigste, die ik ken. Eerwachten: als antw°°rd 0)3 z«n laatste 636 enG2400 SjeChtS 2 UrT' ondanks ziJn natuurlijke sterkte 5..2;00 ™an bezetting de commandant werd na den vrede door den Krijgsraad ter dood veroordeeld, wat FRIEDRICH veranderde in levenslange vestingstraf. ln Dat s Konmgs aanwezigheid in Silezië dringend noodig was bliikt uit de correspondentie, die hij met Prinz HEINRICH voerde en waarm de Prmz zijn moeilijkheden steeds in den breede uitmat en klaagde en jammerde om ten slotte te verklaren, dat hij gaarne zijn commando aan een betere over zou geven. Inderdaad was Prinz xlemncn met de man om een offensieve slag, als FRIEDRICH van hem wenschte, te slaan. Maar als leerrijk voorbeeld van wat van een veld heer verwacht moet worden, citeer ik hier den brief dien FRIEDRICH

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 6