Voor dysenterie waren de ziektecijfers 86 °/00 in Z.-Afrika en
nooit meer dan 6 18 %o per jaar op het Westfront.
Wanneer men nu het O. V. G. D. verder doorleest, dan treft
het, dat de hygiënische verzorging daarin niet de plaats krijgt,
die haar rechtens toekomt en blijkens den aanhef is toebedeeld.
In art. 3 Hoofdstuk I wordt de hygiënische taak van een chef
arts van een troependeel omschreven met de verplichting zijn
militairen chef van raad of bericht te dienen omtrent de hoeda
nigheid van de voedingsmiddelen en de noodig gebleken afwis
seling in de maaltijden, de bruikbaarheid van het water en maat
regelen om hygiënische misstanden te voorkomen of op te heffen.
In Hoofdstuk II, behandelende den dienst bij de legerende
troepen, worden enkele wenken omtrent hygiënische maatregelen
gegeven.
Tenslotte wordt in Hoofdstuk I punt 5 zeer summier de taak
van de gezondheidscommissie samengevat.
Afgezien van het feit, dat verscheidene punten uitvoeriger zou
den kunnen worden behandeld, teneinde den officier van gezond
heid bij het verstrekken van zijn adviezen een breedere basis
te geven en dat vele zeer belangrijke vraagstukken geheel niet
worden aangeroerd, valt in het bijzonder op het volkomen ont
breken van een georganiseerd geheel in de hygiënische verzor
ging. Dit treft te meer, waar de afvoer van de gewonden en den
gasdienst systematisch tot in details zijn geregeld.
Buiten het O. V. G. D. vinden wij dan nog enkele wenken om
trent hygiëne in Hoofdstuk V van het Algemeen Tactisch Voor
schrift en een korte aanduiding in Hoofdstuk VIII van het Voor
schrift Pionieren voor alle Wapens, waarbij de opmerking over
het vermijden van schadelijke uitwasemingen, zooals moerassen,
begraafplaatsen e.d., die herinneringen oproept aan den tijd der
cosmische en tellurische invloeden, wel eenigszins vreemd aan
doet in een in 1933 verschenen voorschrift.
Het is n.m.m. dan ook zeer gewenscht, dat er een afzonderlijk
voorschrift voor de hygiënische organisatie verschijnt, hetwelk
den officier van gezondheid bij zijn taak tot richtsnoer kan dienen.
Buitendien zal het noodzakelijk zijn, dat de gezondheidscom
missie beschikt over zekere gegevens, die reeds in vredestijd moe
ten worden verkregen. Daarvoor zal een voorbereidende studie
noodig zijn, waarvan ik thans enkele punten nader wil bespreken.
In de eerste plaats een medisch-geografische studie.
Door samenwerking met den D. V. G. en zoo noodig door onder
zoek ter plaatse, zal de M. G. D. een volledig inzicht moeten
verkrijgen omtrent het vóórkomen van ziekten, de anophelinen-
fauna, de bodemgesteldheid, mogelijke broedplaatsen (ook sei
zoenbroedplaatsen) de invloed van de jaargetijden e.a. factoren,
699