^'llIta'rT Apotheker le kl. Martins en door hem beschreven in
het I. M T. 1934, nr. 12. Het bestaat uit een aantal utensiliën en
chemicaliën in een gemakkelijk transportabele verpakking. De
werkzaamheden, die met dit materieel kunnen worden verricht
zijn chemisch wateronderzoek, voedingsmiddelenonderzoek,
toxicologische en chmsch-chemische onderzoekingen. Het lijkt mij
echter juister, deze laatste onderzoekingen in het geneeskundig
taboratorium te doen verrichten.
Een overzicht over de werkzaamheden van pharmaceutische
veidlaboratoria geeft Hubers van Assenraad in het I M T van
1933, nr. 10.
Ten slotte een ontwerp voor de personeelssamenstellinq der
veLdlaboratoriumaf deeling.
Deze heeft tot hoofd een dirigeerend, c.q. subaltern officier van
gezondheid en bestaat uit
a. de geneeskundige laboratoriumafdeeling.
b. de pharmaceutische laboratoriumafdeeling.
Bij a. een subaltern officier van gezondheid en vijf man ge
schoold personeel voor de routineonderzoekingen, nl. één voor
clinisch-chemisch, één voor parasitologisch, twee voor bacterio
logisch onderzoek en één voor het bereiden der voedingsbodems.
Verder twee man hulp-personeel, o a. voor het reinigen van uten-
siliën en glaswerk en een chauffeur voor den auto.
Het personeel voor de routineonderzoekingen zal grondig moe
ten worden opgeleid op het oogenblik beschikt de M. G. D. nog
niet over geschoold militair laboratoriumpersoneel.
De pharmaceutische laboratoriumafdeeling zal volgens Martins
moeten beschikken over een militair apotheker en een Inlandschen
bediende.
In het voorgaande heb ik in het kort geschetst de elementen,
waaruit ik mij de hygiënische organisatie denk opgebouwd. Ze
zal slechts dan een machtig wapen kunnen zijn in de hand van
den legerarts ter bestrijding der ziekten, wanneer alle leden er
beste krachten er aan geven. De naam officier van ge
zondheid reeds dateerende uit den tijd toen van ziektebestrijding
nauwelijks kon worden gesproken, is nooit zoo up to date geweest
als thans. Ze herinnert er ons aan, dat de militaire arts niet in
de eerste plaats zieken moet behandelen, maar ziekten moet voor
komen en dus waken over de instandhouding der gezondheid van
den troep. Hygiëne is volgens Pousseau niet een wetenschap maar
een deugd. Ik zou willen zeggen hygiënische instelling is in het
bijzonder een militaire deugd. En deze deugd moet niet alleen
bij de officieren van gezondheid, maar ook bij den troep te vinden
zijn. De hygiënische organisatie heeft haar top in de leiding van
709