I. ALGEMEENE BEGINSELEN. De dressuur heeft ten doel het paard aangenaam voor het ge bruik te maken, d.w.z. tegelijkertijd „scherpzinnig" en „gehoor zaam". Deze dubbele eigenschap openbaart zich door de ongedwongenheid van de gangen door de overeenstemming, de lichtheid en het gemak van de bewegingen (harmonie) door de in den strengsten zin rechte houding van het paard houding, die gedurende den geheelen arbeid gehandhaafd blijft het paard maakt aldus den indruk, dat het geheel uit zich zelf vofvertrouwen en oplettendheid geeft het zich geheel aan den ruiter de stap is regelmatig, vlot en ruim de draf is natuurlijk, vrij en gelijkmatig de galop is in goed verband, licht en veerkrachtig de achterhand toont zich nooit werkeloos en lui. Op de eerste aanmaning van den ruiter wordt zij levendig werkzaam en brengt de andere deelen van het lichaam op die wijze in werking. Dank zij de steeds aanwezige impuls en de elastische buig zaamheid der gewrichten, die door geen enkelen weerstand wor den gehinderd, gehoorzaamt het paard zonder aarzeling en gaarne, kalm en precies aan de verschillende inwerkingen van de hulpen. II. BIJZONDERE OMSCHRIJVINGEN. Stilstaande en gedurende geheel zijn arbeid moet het paard „in de hand gesteld" zijn. Men noemt een paard „in de hand gesteld wanneer, de sprong- gewrichten op hun plaats zijnd, de hals meer of mmder gestrekt is naarmate de snelheid van den gang, het hoofd gefixeerd en de mond aangenaam en het paard niet den minsten weerstand biedt aan zijn ruiter. Stilstaande blijft het paard vierkant en op zijn vier beenen on bewegelijk, klaar om weer voorwaarts te gaan op den kleinsten druk van de kuiten. De vrije stap is ongedwongen, ruim en ontspannen. Terwijl de ruiter een groote vrijheid laat aan hoofd en hals, zonder echter het contact te verliezen, gaat het paard levendig, maar met kalmte, met gelijkmatige en zekere passen. In den verzamelden stap verheft zich de hals, tevens zich meer buigend, het hoofd komt in de houding, welke de vertikaal na dert, de achterbeenen treden meer onder. De gang wordt korter, maar de bewegelijkheid is grooter. 712

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 84