De marsch verliep volmaakt regelmatig! Daun voorop, die, zoo goed en zoo kwaad als dat ging met een FRIEDRICH achter zich, de wegen en bruggen vernielde en de bosschen omkapte, daarna FRIEDRICH's drie colonnes, en Lascy in het gevolg. Het geheel, als het niet zoo ernstig geweest was, vermakelijk van conceptie. (Friedrich zegt dan ook: „Een toeschouwer die den marsch van „deze verschillende legers zou hebben gezien, zou gemeend hebben, „dat ze alle 3 onder de bevelen van denzelfden Commandant ston- „den, en wel Veldmaarschalk Daun als voorhoede, 's Konings leger „als hoofdmacht en Lascy als achterhoede.") En Tempelhof oor deelt: „dat alleen een Friedrich op die wijze kon marcheeren „tusschen 2 vijandelijke legers, elk zijn gelijke in kracht, en een „derde (dat van Laudohn) in afwachting in het Oosten." Den 7en Augustus was FRIEDRICH in Bunzlau J), 50 km. W. van Liegnitz; hij had nu reeds 160 km. afgelegd en daarbij de Elbe, de Spree, de Neisze, de Queis en de Bober overgetrokken, en dat met een zwaren trein van 2000 spannen bij zich. In Bunzlau één rustdag: Daun stond nu met één groep bij Strie- gau (20 km. N.W. van Schweidnitz) en een tweede bij Schmott- seifen (20 km. Z. van Bunzlau; Laudohn ergens in de buurt, en 638 hebben de Dragonderregimenten Normann en Krochow de voorhoede; het regiment Czetteritz (heeft blijkbaar het verlies van zijn Manus cript nog niet gemeld. SI.) de achterhoede. Bij de derde colonne altijd het Dragonderregiment Holstein aan 't hoofd en het idem Fincken- stein aan den staart. Gedurende eiken marsch echter worden 2 bataljons van de 2e colonne toegevoegd aan de 3e colonne, zoodat de 3e colonne op marsch 10 bataljons telt en de 2e 6. Aan het hoofd van elke colonne marcheeren 3 pontonwagens en dagelijks worden 50 man corvee daarbij ingedeeld, die onmiddellijk waar dat noodig is een brug slaan; de achterhoede van elke colonne breekt deze bruggen weer af, voert ze na en brengt ze terug naar het hoofd der colonne zoodra tot legering wordt overgegaan. (Tempelhof, Band IV, blz. 125 e.v. geeft de geheele order). professoraat in Utrecht, hem door den Prins-Stadhouder in 1747 beloofd voor zijn neus was weggekaapt, gaf hij er de brui aan en werd soldaat in' t Nederl. leger. Na den vrede van 1748 studeerde hij de oude krijgsgeschie denis, waarover hij in 1757 een boek schreef „Mémoires militaires sur les guer- °,f 200 iets' kwam daarna in 't Hannoversch leger onder Herzog Gmchard aan FRIEDRICH aanbeval. En ziedaar FRIED - RICH, die reeds een studie over den Slag bij Pharsalus had geschreven in debat met Guichard, en daarbij den lof zingende van Centurion Quintus Icihus! Quintus Caecilius, Ihro Majestat! Hm, so! Maar gij wordt in elk geval Qumtus Icilius Als hoedanig Guichard op 10 April 1758 werd inge schreven als Major, het commando kreeg over een opengekomen vrijschaar- bataljon, en verder FRIEDRICH de uitstekendste diensten bewees. Steeds was Q. I. de uitverkorene om in moeilijke situaties de leiding te krijgen van treinen, bewakingstroepen, flankdekkingen, e.t.q. meer. Bunzlau ligt op de Bos-atlas, Kaart Duitschland, aan de tegenwoordige spoorbaan van GörlitzLiegnitz, waar deze de Bober kruist

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 8