719 kami jang berdoea bertanda-tangan di-bawah soerat ini, menjerahkan tanah kapada Goepernemen saperti jang terseboet di-bawah ini. Lain dari tanah tempat benteng dengan 200 m kelilingnja, jang kita soedah serahkan tempo doeloe, perdjandjian dengan moeloet, sekarang kita serahkan lagi bersamboeng dengan tanah jang terseboet tadi, sabelah Tenggara benteng, lebarnja 60 m, pandjangnja 160 m, saperti terseboet dalam kar, akan boeat pasang sekep; dengan perdjandjian: Fasal jang pertama. Dari segala tanaman orang, jang ada di tempat ini, Goepernemen akan bajar harganja kapada orang jang poenja, menoeroet taksiran. Jang kadoea. Dari tanah sampaj sekarang dipakaj tempat pasang sekep kembali kapada Tengkoe Soetan dan Datoe Bandar. Dari perdjandjian ini dengan soeka hati kami, serta kami menoeroenkan tanda-tangan dan tjap. Tertoelis di Seroewai pada hari Senen, pada 4 hari boelan Djoeni, tahoen 1894. 10. NIEUW VERSCHENEN REGLEMENTEN, ENZ. Verschenen is „Instruction interministérielle du 13 Oct. '34. Relative a la Participation de PArmée au maintien de l'ordre public", waaruit wij het volgende willen aanhalen. Hfdst. I bevat de algemeene beginselen. De handhaving van de orde berust bij de burgerlijke gezaghebbenden, de militaire macht kan hiertoe niet optreden dan op aanvraag van bepaaldelijk aangewezen autoriteiten. Met betrekking tot de handhaving van de orde onderscheidt men de militaire macht in 3 categorieën: 1. la gendarmerie départementale, 2. la garde republicaine mobile, 3. les troupes de ligne (omvattende land-, lucht- en zeemacht). De handhaving van de orde geschiedt in de eerste plaats door de politie, zoo noodig versterkt door de categorieën 1 en 2 en in de laatste plaats met behulp van cat. 3. Hfdst. II bepaalt welke civiele autoriteiten militairen bijstand kunnen in roepen en tot wien zij zich dan kunnen richten; voorts worden de gezags verhoudingen tusschen de burgerlijke en militaire macht geregeld. De burgerlijke gezaghebbende is de eenige die beslist over het tijdstip waarop en de plaats waar de hulp van de gewapende macht moet worden ingeroepen; hij heeft tot plicht om den militairen gezaghebbende volledig op de hoogte van den inwendigen toestand te houden, laatstgenoemde bereidt de maat regelen van uitvoering voor, daarbij z.v.m. rekening houdende met de verkregen inlichtingen. In het bijzonder heeft het militair gezag zich in te spannen om te voldoen aan de gevraagde hulp v.w.b. hoeveelheid en aard van de te gebruiken troepen, de „troupes de ligne" alleen in te zetten als cat. 1 of 2 niet of niet voldoende aanwezig zijn. Bij verschil van meening tusschen de civiele en militaire autoriteiten is het hooger beroep bij de volgende hoogere autoriteit. Men onderscheidt drie verschillende wijzen van aanvragen voor militairen bijstand:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 91