722 Door deze wijze van behandeling is het mogelijk met enkele aanvullende aanwijzingen te volstaan voor den aanval in den stellingoorlog. Hfst. VI. Gevechten in bijzondere omstandigheden. Hfst. VII. Aan- en afvoer; verzorging, behandelt munitie, geneeskundigen dienst, veterinairen dienst, verpleging, en afvoer van krijgsgevangenen en buit, v.z.v. deze zaken ook bij de infanterie-onderdeelen dienen te worden verzorgd. Het gedeelte betreffende munitie is zeer volledig. Duidelijk blijkt daaruit van welke onschatbare waarde onze draagpaarden zullen zijn. In Nederland zullen noimaal slechts dragers het vervoer van den G. X. naar den troep moeten bewerkstelligen; alleen mitrailleurs en mortieren beschikken boven dien nog over patroonkarren. Bij de verdediging worden de patroontrommels van de lichte mitrailleurs bij deze wapenen weder gevuld; bij den aanval worden de leege trommels verwisseld met volle uit den G. T. (eventueel via de bataljons-reserve). Als Aanhangsel is opgenomen een Leidraad voor den dienst in een comman dogroep (regiment, bataljon en compagnie). Betreft den gevechtsdienst bij de commando's van deze kleine eenheden; deze is geregeld volgens de beginselen van den „Leidraad Bevelvoering". Ook onze voorschriften zullen op den duur dergelijke nauwkeurige aanwijzingen niet kunnen missen. v.D. Military engineering. Vol m Part n. (1934). Dit nieuwe voorschrift behandelt den brugslag met het Engelsche ponton- materieel. Met het materieel kunnen worden geslagen middelsoort en zware bruggen, terwijl het mede geschikt is voor overzetten en andere doeleinden als drij ven den aanlegsteiger, hei- en werkvlot, ondersteuning voor de montage van vakwerkbruggen enz. De middelsoort brug is geschikt voor alle bij de divisie voorkomende lasten, terwijl de zware brug alle lasten, welke bij het leger voorkomen, kan dragen. Een tabel, aangevende de weerstandsmomenten van de liggers en draagkussens, vergemakkelijkt de berekening voor bijzondere lasten. De pontons, groot 6.40 X 1.68 X 0.83 m, zijn in plattegrond rechthoekig en hebben een gewicht van 600 kg. De achterkant van de ponton is verticaal afgeplat, terwijl de bodem aan den voorkant over de volle breedte omhoog gebogen is tot deze tegen het geheel horizontale dek aanloopt. De ponton is behoudens eenige ijzeren verstijvingen geheel van hout (mahonie en z.g. consuta teak) en door een tusschenschot verdeeld in twee compartimenten, elk voorzien van een ingebouwde pomp. Een grafiek geeft voor elke belasting de vrije boordhoogte, welke bij 7 t. belasting 0, bij 4 t. belasting 0.30 m en onbelast 0.67 m bedraagt. Bij de middelsoort bruggen bestaan de drijvende ondersteuningen elk uit twee pontons, welke in eikaars verlengde d.m.v. stalen koppelingen aan elkaar worden bevestigd. Bij zware bruggen gebruikt men ondersteuningen van vier pontons door twee drijvers, als gebruikt voor de middelsoort brug, d.m.v. koppelingen met de lengtezijden tegen elkaar te bevestigen. Bij uitzondering wordt m.b.v. drijvers bestaande uit enkele pontons een lichte brug gecon strueerd, welke geschikt is voor lichte karren. Op het midden van de drijverlichamen wordt een van openingen voorzien stalen draagkussen aangebracht, waarin d.m.v. nokken de chroomnikkelstalen I brugliggers lengte 6.67 m, gewicht 120 kg bevestigd worden. De draagkussens bestaan uit twee gekoppelde U ijzers, lang 3.55 m en hebben een gewicht van 100 kg. De normale afstand van de draagkussens (afstand h.o.h. van de drijverlichamen) bedraagt 6.50 m. Op de liggers rust het planken dek met opsluitribben, welke een rijvlak geven van 3.05 m. breedte. De brug krijgt een windverband van diagonaalsgewijze gespannen kabels, terwijl de drijverlichamen d.m.v. scheepsankers worden verankerd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 94