723
Het aantal liggers bedraagt voor de middelsoort brug 7, voor de zware
brug 11. De planken groot 0.23 X 0.08 X 3.35 m zijn van Oregon pine en
liebben elk een gewicht van 38 kg. Het totale gewicht van den bovenbouw
bedraagt bij een middelsoort brug per vak 2.200 kg., bij een zware brug 3.600
kg-
Er worden twee typen schragen toegepast, t.w. een type (Mk. V) bestaande
uit 2 stalen beenen met houten modderschoenen en een verstelbaar chroom
nikkelen draagkussen, en een geheel stalen schraagtype (Mk. VI). Eerst
genoemd type wordt bij middelsoort bruggen enkel, bij zware bruggen dubbel
gebruikt. Mk. VI dient in de eerste plaats voor de zware bruggen. Het
schraaggewicht bedraagt rond 600 kg.
Bij de pontontreinen zullen organiek motorbooten worden ingedeeld, het
type is echter volgens een aanteekening in het voorschrift nog niet vast
gesteld.
Bij overzetten bestaat de pontonbemanning uit 4 roeiers, een stuurman
achter en een man met boothaak voorop, er is dan echter op de enkele ponton
weinig ruimte meer over voor passagiers. Daarom wordt bij voorkeur de
dubbele ponton (type ondersteuning bij de middelsoort brug) gebruikt,
welke bij weinig stroom een zelfde bemanning vereischt en daarboven 24
uitgeruste manschappen kan vervoeren. De manschappen zitten hierbij in
twee rijen op het dek met de voeten buitenboord op de draagrichels. Zij zijn
dan ook minder geschikt voor het overzetten van een eerste echelon bij
rivierforceering, waarvoor bij voorkeur opvouwbare booten en kapokdrijf-
materiaal worden gebruikt.
Indien mogelijk zal i.v.m. de beperkte capaciteit van overzetvlotten steeds
naar brugslag worden gestreefd. Deze uitspraak is o.i. aanvechtbaar; beter
ware het o.i. te doen uitkomen, dat 's vijands wapenwerking vaak tot toepas
sing van vlotten zal dwingen, vooral in de beginperiode.
Het materieel wordt vervoerd op zeswielige 3 t. vrachtauto's en vierwielige
aanhangwagens. Men maakt hierbij onderscheid tussehen pontonlasten,
schraaglasten, vaklasten enz., welke elk op één vrachtauto, dan wel op een
vrachtauto aanhangwagen kunnen worden geladen. De pontonauto is beladen
met 1 ponton, 26 planken, 1 draagkussen, vaargerij, ankers en gereedschappen;
de ponton ligt naar achter scheef afloopend op een raamwerk en is d.m.v.
kettingen daaraan bevestigd. Onder de ponton liggen de materialen en gereed
schappen. De pontonaanhangwagen is beladen met een horizontaal liggende
ponton, 7 liggers en 2 sluitribben. De ponton moet ongeveer ter plaatse van
tewaterlating worden afgeladen; sleepen over den grond is niet alleen zeer
zwaar, maar veroorzaakt bovendien vrij zeker beschadiging. Voor het han-
teeren van de ponton zijn 18 a 24 man noodig.
De pontontrein telt o.m. 35 pontons, 12 schragen, bijbehoorenden boven
bouw en 2 motorbooten. Hiermede kunnen maximum 240 m middelsoort brug,
dan wel 160 m zware brug, dan wel 5 middelsoort bruggen elk lang 45 m
1 idem lang 51 m, dan wel 6 zware bruggen a 32 m worden geslagen.
Vervolgens worden de verschillende methoden van brugslag besproken, als
uitbouwen van één oever uit (uitschuiven), verlengen door het voor den kop
bijbrengen van drijvers (aandragen dek via het gereed zijnde brugdeel),
verlengen door bijbrengen voor den kop van vlotten (met bijbehoorende bo
venbouw), verlenging door invaren van complete brugdeelen en omzwaaien
van het geheel nadat de brug langs den oever is voltooid. Voor elke methode
en onderdeelen daarbij worden de ploeg- en totale sterkten zoomede de
werktijden vermeld.
Een stel duidelijke platen maakt den reeds zeer duidelijken tekst tot een
practisch zakboek voor het bij de E. pontontreinen ingedeelde pionierperso-
neel.
W.
