jf j?,g da* de VIJand slechts in bijzondere gevallen gas zal gebruiken en grondt dit op het volgende. Tegen stationsemplacementen, bruggen enz. worden brisantbommen gebruikt om een zoo groot mogelijke verwoesting aan te richten. Deze verwoestingen kunnen door brandbommen worden ver? groot voor het geval zij worden aangewend tegen het wagenpark of tegen andere gemakkelijk ontvlambare objecten. Gasbommen zullen hierbij slechts een secundaire rol spelen omdat de directe uitwerking geringer is dan van de andere projectielen. Toepassing zal alleen plaats vinden om den alarm- toestand te verlengen en om den herstellingsarbeid te bemoeilijken. De door een vliegtuig mede te voeren bommenlast is slechts beperkt, men zal het bombardement dan ook uitvoeren met die bommen welke de meest doeltref- rWet!flWer^lng hebbe+n' A1 is d® k^ns op het gebruik van gasbommen ge houden m8n mogelijkheid van dat gebruik rekening moeten Onder de reizigers moet de grootst mogelijke discipline heerschen, wil men panieken voorkomen. Het beperken van den stroom van reizigers naar "en bepaald punt en het voorkomen van gedrang kan geschieden door het aan leggen en m gebruik nemen van noodperrons, verspreide gelegenheid tot biljettenverkoop, het in gebruik nemen van verschillende in- en uitgangen enz. Verschillende gebouwen van vitaal belang voor het bedrijf, bijv. sein- en wisselgebouwen, telegraaf-, telefoon- en electrische centrales, depóts van wagens en goederen, moeten zoo goed mogelijk door het aanbrengen van sta- pLXnXdeTjesSe™dSteVlge °f VMl eenige kgen kl6ine, ondeJkolmfn?. moeten worden gemaakt voor bescherming van het personeel van de hulpdiensten. Dit vraagstuk zou zeer vereenvoudigd kunnen worden, mdien bij nieuwbouw met de beschermingseischen rekening zou worden gehouden en daaromtrent bepalingen in de bouwverordeningen zouden worden opgenomen. s Schi. komt ten slotte tot de volgende eindconclusies: 1. De luchtbescherming bij spoorwegen in haar vollen omvang is urgent wegens de groote waarde welke de spoorwegen hebben voor de geheele samenleving. Zij moet in vredestijd ter hand worden genomen. De groote zicht- en kwetsbaarheid, alsmede de karakteristieke eigenschappen van de spoorwegen vereischen weloverwogen, diep ingrijpende beschermings maatregelen, welke soms lijnrecht tegenover een niet minder noodzakelijk regelmatig en snel verkeer staan. Het voor en tegen moet dus voor elk bijzonder geval nauwkeurig worden afgewogen. 2. Gunstige factoren zijn het bestaande uitmuntende verbindingsnet de aanwezigheid van technisch goed onderlegd en geoefend personeel en van een deskundige leiding; deze zal ook reeds in vredestijd dikwijls voor het feit worden gesteld moeilijke situaties snel te overzien en meester te worden. Deze factoren vormen dus de grondslagen voor den verderen opbouw der luchtbescherming. 3. Deze opbouw en ook de uitvoering hebben alle kans van slagen met volle medewerking van een terzake voorgelicht publiek, dat weet, dat alle maatregelen alleen in zijn belang worden genomen en dat moet worden opgevoed m zelfbescherming ter voorkoming van panieken. 4. De best georganiseerde luchtbescherming geeft geen volledige bevei liging tegen het gevaar uit de lucht; haar waarde neemt toe naarmate zij degelijker is voorbereid. 5. De luchtbescherming bij spoorwegen vertoont in wezen geen verschil met de gemeentelijke, zij vullen elkaar ter plaatse geheel aan. 6. Aan de voorbereiding moet een tot in bijzonderheden doordacht en uitgewerkt luchtbeschermingsplan ten grondslag liggen, hetwelk o a de volgende hoofdonderdeelen omvat: 725

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 97