7. HYGIËNISCHE ORGANISATIE TE VELDE, door Dr. J. E. DINGER, Officier van Gezondheid 1ste klasse. De Militaire Geneeskundige Dienst heeft tot taak le. het voorkómen van ziekten, 2e. het verplegen van zieken en gewonden. Met deze wijze woorden vangt het voorschrift betreffende den Militair Geneeskundigen Dienst in Nederlandsch-Indië op voet van oorlog, in den wandel genaamd „het roode boekje" aan. Wijze woorden, waar ze door hun chronologische volgorde uiting geven aan het inzicht, dat het voorkómen van ziekten van primair belang is. Het zijn dan ook niet zoozeer de verstandelijke, maar meer de gevoelsoverwegingen, die de neiging hebben de gewonden verzorging op het eerste plan te stellen. Dood door geweld, het zij door menschenhand, hetzij door natuurkrachten toegebracht, spreekt meer tot het gemoed, dan die, welke door ziekten ver oorzaakt wordt, daar deze laatste nog veelal als een „natuurlijke" doodsoorzaak worden beschouwd. Een bliksemslag, een spoor weg- of vliegtuigramp, waarbij enkele menschen omkomen, wekt meer deernis en verslagenheid, dan een epidemie van cholera of pokken, die door goede hygiënische verzorging had kunnen wor den voorkomen. Hoe belangrijk in humanitair opzicht de verpleging van zieken en gewonden ook zij, uit een militair oogpunt bezien neemt de hygiënische verzorging de eerste plaats in. Het is onmogelijk, bij benadering te zeggen, hoeveel menschen- levens in den wereldoorlog door hygiënische maatregelen gespaard zijn, maar wanneer we b.v. de frequentie beschouwen van ziekten als typhus en dysenterie dan blijkt hun waarde zonneklaar. Gedurende den Z.-Afrikaanschen oorlog was de morbiditeit aan typhus 11000 per 100.000 en de sterfte 1500 per 100.000. Op het Westfront in den wereldoorlog was het jaarlijksche ziektecijfer van typhus en paratyphus te zamen 38 op 100.000 en de mortaliteit 1.3 op 100.000. 1). Voordracht gehouden op de bijeenkomst van officieren van gezond heid in het Militair Hospitaal te Weltevreden op 16 April 1935. 698

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 70