724 11. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. Luchtbescherming. Bulletin Beige des Sciences Militaires, Maart 1935. Rapport Général sur la manoeuvre de Défense passive du Grand Bruxelles. Luitenant-generaal Cattoir, Chef du Service de la Mobilisation de la Nation, geeft in bovengenoemd artikel een overzicht van de lessen, welke uit de op 17 Febr. 1934 gehouden luchtbeschermingsoefening van Brussel zijn te trekken, waarvan in het bijzonder vermelding verdienen, die t.a.v. de toege paste verduisteringsmaatregelen. De aandacht wordt er namelijk op gevestigd, dat het „blauw maken" van de straatverlichting uit de lucht nog op groote hoogte (4500 m.) zichtbaar was. Brussel maakte uit de lucht den indruk van een groot donker gat door kruist met verschillende blauwe lijnen. Daar, waar met het oog op het straatverkeer de straatverlichting onontbeerlijk is, zullen de lampen volgens hetzelfde principe afgedekt moeten worden als geschiedt met de lampen van de treinen. Het oriënteeren werd den bommenwerpers zeer gemakkelijk gemaakt door dat slechts in de stad Brussel de lichten gedoofd waren en in de omliggende plaatsen de normale verlichting werd gehandhaafd. Hiermede werd duidelijk aangetoond dat of de verduistering over de geheele provincie moet plaats hebben, óf een gedeeltelijke verduistering moet worden toegepast op dusda nige wijze dat het geheele gebied gelijkmatig wordt verlicht. Uiteraard ver- eischt dit uitgebreide voorbereidingsmaatregelen. Voor wat betreft den strijd tegen het uitbreken van branden wordt medege deeld, dat hiermede uitstekende resultaten zijn bereikt. Verzoeken om hulp werden gericht tot de „Commandant des pompiers du Grand-Bruxelles", vanwaar de hulpverleening centraal werd geregeld. In alle voorkomende ge vallen kon de brandweer zoo tijdig ingrijpen, dat men het vuur kon meester worden. Uit de opgedane ervaringen zijn de volgende conclusies te trekken: Voor een normaal te verwachten bombardement is de personeel- en materieel- bezetting van de brandweer onvoldoende. De dichtbevolkte stadsgedeelten, zooals het Sablon-kwartier moeten gemoderniseerd worden om de uit werking van de brandbommen zoo gering mogelijk te doen zijn, bijv. door het betonneeren van de daken en het samenvoegen van vele gezinnen in groote verdiepingshuizen. Indien dit te kostbaar zou worden, zal men er toe moeten overgaan bij mobilisatie de bevolking weg te voeren. Noodzakelijk is, dat de bewoners in tijd van vrede worden geïnstrueerd over de wijze waarop bij het uitbreken van brand moet worden gehandeld. Luchtmacht No. 1 (1935). Luchtbescherming bij spoorwegen, door J. H. van Riesen. Het artikel is een vervolg van het gelijknamige artikel verschenen in Luchtmacht No. 4 (1934), dat werd behandeld in het tijdschriftoverzicht van het Maartnummer. Het personeelsvraagstuk besprekend, wijst Schr. er op, dat de spoorweg autoriteiten er niet op mogen rekenen dat de gemeente onder alle omstandig heden hulp zal kunnen verleenen; dit is namelijk niet mogelijk, omdat voor het zoo goed mogelijk op gang houden van den spoorwegdienst speciale tech nische ploegen op de stations en in de omgeving aanwezig moeten zijn, waar over de gemeente niet beschikt, terwijl voorts de gemeentelijke personeels voorziening in oorlogstijd aan bepaalde grenzen is gebonden en men, om aan optredende incidenten het hoofd te kunnen bieden, onmiddellijk personeel ter plaatse zou moeten hebben. De opleiding van het spoorwegpersoneel moet er dan ook op gericht zijn den dienst regelmatig te doen verloopen, niet alleen in geval van verduiste ring, maar ook bij een eventueele besmetting met strijdgassen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 96