Het komt ons voor, dat om den aanval van 6 R.I. kans op succes
te geven, was noodig geweestvoorwaarts gaan van de infanterie
onder bescherming van een neutraliseerende artilleriebeschieting
op de verdedigingswerken aan den weg Etreux-Guise. Nu is de
afstand van Vénerolles tot dezen weg ongeveer 1000 m; de infan
terie heeft dus minstens 20 minuten noodig om dezen afstand af
te leggen. De artilleriebeschieting had dus minstens 20 minuten
moeten durendan was er een redelijke kans geweest, dat de
infanterie op het vuur kon opsluiten. Dit opsluiten is hoofdzaak
slaagt de infanterie daar niet in, dan verliest het artillerievuur
grootendeels zijn beteekenis. De waarde van het artillerievuur
tijdens den aanval ligt immers minder in zijn vernietigende dan in
de neutraliseerende werking en deze laatste is twee of drie minuten
na het staken van het vuur ten einde de weerstandskracht van
het beschoten doel kan daarna weer bijna even groot zijn als vóór
de vuuropening. Wil de artillerie de infanterie metterdaad steunen,
dan moet de laatste zich, op het oogenblik, dat het artillerievuur
wordt gestaakt, zoo dicht bij het beschoten doel bevinden, als met
het oog op haar eigen veiligheid nog juist mogelijk is. Bovendien
moet de infanterie nauwkeurig bekend zijn met het tijdstip, waar
op het vuur zal worden gestaakt, opdat zij op dat moment zonder
eenige aarzeling in de stelling binnendringt (zie A. T. V. II punt
136 (3)).
Echter is het niet bepaald noodig, dat het neutraliseerende vuur
steeds van dezelfde dichtheid is. Het vuur van 20 minuten, waarop
we zooeven doelden, zou bijvoorbeeld als volgt geregeld kunnen
zijn
a 3 minuten groote dichtheid, tengevolge waarvan de vijand
zich haastig zal dekken
b. 2 minuten geringe dichtheid de vijand begint nu het hoofd
weer op te richten
c. 3 minuten groote dichtheid, waarop de vijand weer diep in
zijn dekkingen kruipt
d. 3 minuten vuur staken de vijand komt nu uit zijn dekkingen
te voorschijn
e. 3 minuten groote dichtheidde vijand heeft zich blijkbaar
vergist en kruipt weer overhaast in zijn dekkingen, niet
zonder eenige verliezen te hebben geleden
f. 2 minuten vuur stakende vijand blijft nu in zijn dekkingen
en waagt het niet, daaruit te voorschijn te komen
g. 4 minuten maximum dichtheid.
Na den laatsten vuurstoot dringt de infanterie de vijandelijke
stelling binnen zij heeft dan een maximum kans den vijand te
overweldigen, voordat deze zich rekenschap heeft kunnen geven,
dat ditmaal het artillerievuur voor goed is gestaakt. Teneinde de
infanterie voor noodlottige vergissingen te vrijwaren, verdient het
757