aanbeveling den laatsten vuurstoot door een grootere dichtheid
en (of) langeren duur kenbaar te maken.
In het geval van 6 R.I. was het zaak geweest maatregelen te
treffen, om het artillerievuur en de voorwaartsche beweging van
het betrokken voorbataljon uit Vénerolles gelijktijdig te doen aan
vangen. Dit had een essentieel punt van het aanvalsplan moeten
zijn. C. 6 R.I. had dit tijdstip met behulp van de telefonische ver
binding en van lichtkogelseinen kunnen kenbaar maken f1).
Deze werkwijze zou betrekkelijk zijn geweestzij biedt echter
meer zekerheid dan het verleenen van vuursteun a la minute. Het
laatste werpt bij den aanval dikwijls geen voordeel af, aangezien
dan slechts de hoogere infanteriecommandanten met den duur en
de ligging van de af te geven artillerievuren bekend kunnen zijn;
de onderaanvoerders in voorste lijn kunnen veelal daarvan niet
op de hoogte worden gesteld, omdat daartoe de tijd ontbreekt
(ordonnansen kunnen zich in de voorste lijn slechts langzaam ver
plaatsen) Het is dan niet te verwachten, dat de infanterie van het
afgegeven vuur zonder aarzeling zal gebruik maken, en het doel
zal binnen dringen, zoodra het vuur wordt gestaakt. (Zie A.T.V.
II punt 136 (3)
In den loop van den morgen van 4 November heeft de ter
beschikking van 6 R. I. gestelde artillerie eenige malen gevuurd,
zoowel op loonende doelen als op terreinstrooken, wanneer daar
door de infanterie vuur op werd gevraagd. Hoewel deze vuren
goed gericht werden afgegeven, konden zij toch niet verhelpen,
dat de infanterie niet meer dan 1 km in 4 uur vooruit kwam,
niettegenstaande de bijzonder gunstige omstandigheden: goede
waarneming, goede verbindingen en schootsafstand 3 a 4 km.
Zelfs werd door verscheidene officieren van de aan den aanval
deelgenomen hebbende bataljons beweerd, dat de artillerie op den
gang van zaken bij 6 R. I. weinig invloed had uitgeoefend.
Het komt ons dan ook voor, dat na het vastloopen van den
aanval van 6 R. I. de reg.cdt. zelf het heft in handen had moe
ten nemen. Toen C. 6 R. I. te 9 vom. bekend was met het stran
den van den aanval van zijn regiment, had hij een nieuwen aan
val moeten „optuigen", waarbij alle beschikbare krachten tege
lijkertijd eendrachtelijk worden ingezet. C. 6 R. I. zou daartoe
te 9 vom. het volgende besluit hebben kunnen nemen:
C) Zie het Fransche inf. regl. deel II, punt 70
„Les bombardements sont déclenchés successivement sur ces objectifs,
soit a des heures déterminées, calculées d' après la vitesse de progression
prévue pour 1' infanterie chargée de 1' attaque, soit a un signal convenu lancé
par celle-ci au moment öu elle est prête a les aborder". Zie ook A.T.V. II
punt 169 (1).
758