mate we ons verder bevinden van het punt van raking van bal en papier. Dit feit nu heeft geleid tot de leer der kaartprojecties, waarbij echter van projectie in den engeren zin van het woord, d.i. van een -perspectivische afbeelding slechts in enkele gevallen sprake is. Het woord projectie moet hier worden opgevat in de ruimere beteekenis van afbeelding. Het doel van de leer der kaartprojec ties nu is voor elke landstreek, verband houdende met haar geographische ligging, de geëigende methode van overbrenging te vinden, waarbij de verteekening tot een minimam wordt gere duceerd. We kunnen bij het bepalen dier projectie onze eischen stellen, m.a.w. we kunnen een zoodanige projectie vaststellen, waarbij óf lengteverandering óf hoekverandering óf oppervlakte verandering is uitgesloten. Gelijktijdig opheffen der drie soorten van verteekening is alleen mogelijk bij projectie op een lichaam, dat dezelfde vorm heeft als de aarde, dus een omwentelingsellip soïde (aardglobe). Voor Ned.-Indië is nu aangenomen een conforme projectie, d.i. een projectie waarbij de hoekverandering nul is, zoodat de hoeken op het aardoppervlak dezelfde zijn als op de kaart. Bij het hier boven gegeven voorbeeld met de bal hebben we gezien, dat de lengteverandering toenam, naarmate we ons verder van het raak punt verwijderden. Er moest dus mede worden uitgezien naar een projectie, waarbij ook de lengteverandering binnen zekere gren zen werd gehouden, waardoor vanzelfsprekend ook de oppervlak teverandering gunstiger zou worden. Hierdoor gaf de z.g. kegel projectie gunstige resultaten. We kunnen ons voorstellen, dat, wanneer we aan de aarde een kegel construeeren, zoodanig, dat de raakcirkel gaat midden door het te kaarteeren gebied, de afstanden op aarde en raakcirkel gelijk zullen zijn, m.a.w. de verteekening op de raakcirkel is nul. Verwijderen we ons van de raakcirkel, dan zullen de veranderin gen op de kegelmantel bij projectie uit het middelpunt der aarde toenemen en reeds spoedig een zoodanige waarde verkrijgen, voor al voor kaarten op groote schaal, zooals onze top. kaarten en fiscale kaarten, dat de projectie (de kaart) voor deze doeleinden onbruik baar werd (fig. 1). Hieruit blijkt, dat, zooals hiervoor reeds ver meld, het doorvoeren eener zuiver perspectivische afbeelding niet mogelijk is. Dit euvel heeft men echter ondervangen door voor Ned.-Indië niet een enkele, maar vele kegels te gebruiken, waarvan de raak- cirkels onderling een verschil in geographische breedte hebben van 20 minuten. Uit dit hulpmiddel, want iets anders is het niet, is onze z.g. Polyeder (veelvlak) projectie ontstaan. De Indische archipel wordt door meridianen en parallellen verdeeld in stuk ken van 20 bij 20 minuten, die elk afzonderlijk door bepaalde wis kundige wetten, (de conforme kegelprojectie) op het platte vlak 766

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 30