dere peilingen worden vastgelegd en dus veel grooter graad van nauwkeurigheid in ligging zullen bereiken. Voor het uitvoeren van het planchetwerk is verder bepaald, dat de onderlinge kaartafstand der aangepeilde punten niet klei ner zal zijn dan 5 mm en niet grooter dan 15 mm, waardoor een meer dan voldoende aantal punten is verkregen om met behulp van de gegevens der meetlijnen, aan de hand der gemaakte terrein schetsen, het bergterrein juist in te teekenen. Het teekenwerk. Niettegenstaande het teekenpapier, waarop de meetgegevens zullen worden ingeteekend, zorgvuldig is uitgekozen en geprepa reerd, zal het toch steeds aan vormverandering onderhevig blij ven Factoren, die hierop invloed uitoefenen zijn o.m. het vochtig- heidsgehaite der lucht, het veelvuldig gebruik dat van de kaart gemaakt wordt, de wijze van opbergen, het kleuren van het blad, enz Deze vormverandering, het z.g. rekken en krimpen van het blad, is meerdere malen aan een nauwgezet onderzoek onderworpen, daar haar invloed op het verband in de kaart vrij groot kan zijn, soms meer dan 1 en daardoor veelal de meetfou- ten overtreft. Doorgaans is de verandering in noord-zuid richting weer een andere dan in de oost-west richting en houdt ten nauwste verband met de vezelrichting van het papier. Aangenomen kan echter worden, dat de verandering in iedere richting op zich zelf over het geheele blad gelijkmatig geschiedt. Al direct ligt voor de hand, dat bij het inpassen van metingen in de kaart door de rekking en krimping richting- en lengteveran- dermgen zullen optreden. Hiervoor is reeds gezegd, dat de oorsprong, het centrale punt der graadafdeelmg, wordt gevormd door het snijpunt van mid denmeridiaan en middenparallel. Alle coördinaten der triangula- tiepunten, de coördinaten der hoekpunten van het blad en de coördinaten der theodolietmetingen zijn berekend t.ov. dezen oorsprong en worden ook ten opzichte van dit punt met een zeer fijne naald op de kaart doorgeprikt. Zouden we geen hulpmiddel hebben om den invloed van rek king en krimping in het onderling verband tegen te gaan, dan zou deze betrekkelijk onberekenbare factor hierop grooten invloed kunnen uitoefenen. Hoe groot deze factor in een der meest ongunstige gevallen kan zijn wil ik hier met een getallenvoorbeeld duidelijk maken, waar bij de berekening niets ter zake doet, alleen het resultaat. Nemen we eens aan, dat vandaag t.o.v. de oorsprong met behulp van een dubbele decimeter en een priknaald twee punten worden doorgeprikt, waarvan de coördinaten bekend zijn en gelegen resp. in de noordwest en de zuidoosthoek van het kaartblad. 777

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 41