artilleriegroep, geduldig staan wachten. Is eenmaal de opzet van
de manoeuvre in kannen en kruiken, dan mag de artillerist
komen, aan wien bepaalde steunvuren worden opgedragen. Bij
dit gewone manoeuvrebeeld, zegt gen. Faugeron, wijst men den
artilleriecommandant eenvoudig de doelen aan, juist als aan den
mitrailleursoldaat. Van de al dan niet juiste beschikking hangt
dan het rendement der artillerie af. Men vraagt meer dan de
artillerie kan geven en als haar commandant bezwaren maakt,
laat zijn capaciteit of zijn goede wil te wenschen over. Naar aan
leiding van dezen misstand bezigt de gen. F. de boven als motto
geplaatste woorden.
Nu is het bij ons gelukkig al lang niet meer zoo, tenzij men
te doen heeft met een lijdelijk afdeelings-commandant, die zijn
plaats niet begrijpt. Leest men in het bovenstaande in plaats van
den „artilleriecommandant" diens procuratiehouder „den bericht-
officier", dan is echter de geschetste toestand heelemaal geen uit
zondering. Al weten we nu wel, dat zulks nimmer de bedoeling
van het A. T. V. II kan zijn, toch staan er passages in, die voren-
bedoelden misstand zouden kunnen uitlokken.
Punt 50 (4). „Het overleg houdt in, dat de infanteriecomman-
dant den artilleriecommandant op de hoogte stelt van de juiste
opstelling van zijn afdeeling en van zijn voornemens en daarbij
zijn wenschen te kennen geeft omtrent den steun, welken hij bij
de uitvoering van zijn opdracht verlangt."
Iets nauwer begrensd kan men „steun" vertalen door „welke
vuren". In ieder geval leest men er uitde wijze van uitvoering
der manoeuvre staat vast en de artilleriecommandant mag ad-
viseeren omtrent den artilleriesteun.
Punt 50 (6) „Blijkt bij dit overleg" (kan men dit nog overleg
noemen „dat de wenschen van den infanterie-commandant
slechts gedeeltelijk door de artillerie kunnen worden vervuld,
dan zal eerstgenoemde commandant overwegen of hij zijn plannen
toch zal doorvoeren met beperkten steun, dan wel deze zal wij
zigen en aanpassen bij de vuurmogelijkheden der steunende artil
lerie.
Gen. Faugeron kan er zich dus op verheugen, dat het recht
van den artilleriecommandant of diens berichtofficier om tegen
te praten, reglementair is vastgelegd. Wij merken evenwel op,
dat het overleg, zooals het in deze beide zinsneden is vastgesteld,
één stadium te laat komt. De infanteriecommandant moet zijn
plannen niet wijzigen ter wille van de artillerie. Dit moet en dit
kan bij een juist opgevatte samenwerking voorkomen worden.
Elke manoeuvre, groot of klein, bestaat uit twee onafscheide
lijke elementenvuur en beweging. Bij het eerste neemt de artil
lerie een belangrijke plaats inzij is bij uitstek in staat den
vijand te neutraliseeren om de eigen infanterie voor verliezen te
797