817
Bij 36 personen werd na het beëindigen van de standaard-proef op 5000
m. hoogte (uiteraard met volledige toestemming van de betrokkenen) verder
gestegen totdat zij het bewustzijn verloren. Verschillende symptomen en
merkwaardige bijzonderheden der hoogteziekte konden daarbij nauwkeurig
worden waargenomen.
In het slothoofdstuk worden eenige persoonlijke ervaringen bij het cais-
sononderzoek beschreven. De ervaring heeft den schrijver o.m. geleerd, dat
hij er steeds minder goed tegen bestand bleek. Van gewenning aan de
telkens wisselende atmosferische omstandigheden, hetgeen men wellicht zou
verwachten, is geen sprake.
H.
8. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN.
Tactiek.
Bulletin Beige des Sciences Militaires, April 1935. Les Formations de
Motocyelistes en Allemagne, door Lieutenant B. E. M. Dinjeart.
De formatie van de compagnie motormitrailleurs van de Reichswehr be
staat uit: een commandant, een commandogroep, 3 pelotons lichte mitrailleurs
a 3 groepen en 1 sectie van 4 zware mitrailleurs.
Het peloton bestaat uit: een luitenant, een verbindingsgroep, 3 gevechts
groepen van 12 man en 18 motorrijwielen, terwijl de groep is samengesteld
uit 1 onderofficier, 5 schutters-verkenners, 1 mitr. schutter, 2 helpers en 3
bestuurders vervoerd op 2 solo-rijwielen en 3 zijspannen.
De sectie zware mitrailleurs telt 1 officier en 25 manschappen. De vier tot
de sectie behoorende Maxim-mitrailleurs worden vervoerd op sleep wagentjes,
terwijl het personeel zich verplaatst op 10 motorrijwielen waarvan er acht
van een zijspan en sleepwagentje zijn voorzien.
vorenstaande blijkt dat de compagnie motormitrailleurs bestaat uit
5 officieren en ongeveer 150 manschappen vervoerd op 60 motorrijwielen.
De trein bestaat uit 4 personen-auto's, waarvan een „voiture tous terrains"
bestemd voor den compagniescommandant, 6 vrachtauto's voor vervoer van
bagage en levensmiddelen, 2 verbindingsauto's en een radio auto.
De compagnie kan per dag een afstand van 200 a 350 km afleggen met een
gemiddelde snelheid van 30 km per uur. De eenheden verplaatsen zich
normaal langs de wegen; dank zij hun snelheid bieden de afdeelingen motor-
rijders een weinig kwetsbaar doel voor luchtaanvallen. Zij zijn snel gereed
voor het gevecht; vooral wanneer de bestuurders bij hun rijwielen blijven,
behoudt de afdeeling een groote mate van mobiliteit.
De aan de motormitrailleurs te verstrekken opdrachten zijn te splitsen in
algemeene en bijzondere opdrachten. Tot de algemeene opdrachten worden
gerekend:
a) de verkenningen op grooten afstand vóór het gros (ongeveer 100 km)
in samenwerking met vliegtuigen, en
b) de gevechtsopdrachten (bijv. optreden tegen flanken en in den rug van
den vijand). Toegevoegd aan gemotoriseerde en gemechaniseerde afdee
lingen, gaan zij deze vooruit ter verkenning en ter bezetting van de
objecten, welke voor het ongestoord passeeren van de autocolonnes
noodzakelijk zijn.
Als bijzondere opdrachten kunnen worden genoemd:
a) het gebruik bij de vervolging, in het vertragend gevecht en voor de
„versluiering";
b) bewakingsopdrachten voor auto- en marschcolonnes;