818 c) het openhouden van defilé's, het bezetten van tactisch gunstig gelegen punten om 's vijands opmarsch te vertragen of den terugtocht te be schermen. d) het vormen van „vallen" voor vijandelijke pantserauto's enz. Militdr Wochenblatt No. 36, Waffengattungen irti Zukunftskrieg, door Rittmeister Wagener. In de huidige oorlogvoering doen zich verschillende vragen voor waarvan de beantwoording zeer moeilijk is, omdat men zich te dien opzichte nog bevindt in een ontwikkelingsstadium waarvan het te bereiken eindresultaat zich slechts laat gissen. „Wer will es ausdenken, wie der Krieg der Zukunft aussieht, und bei welchem Stand der Kriegstechnik er ausbricht? Wer weisz es, ob sich für ihn noch Lehren aus vergangenen Kriegen finden lassen? Ob nicht selbst Clausewitz und seine „überzeitlichen" Lehren einmal ver alten? Wird z.B. bei dem heutigen Stand der Nachrichtentechnik und Luftfahrt auch in Zukunft die Unsicherheit die Regel bilden?" Groote of kleine legers, motoriseering, doelmatige bewapening van de infan terie om de laatste 300 m te doorschrijden, de wedloop tusschen pantser en afweerwapens, dat zijn eenige vraagstukken, welke thans nog onopgelost zijn. Een volgende vraag is of de thans bestaande wapenindeeling, infie, artie, cav. enz. in den toekomstoorlog gehandhaafd kan blijven. Schr. vraagt zich nml af of de thans bestaande hulpwapens in de toekomst der infanterie den weg naar den vijand zullen kunnen banen. Reeds nu doet zich een kentering voor; de infanterie streeft er naar onafhankelijk van de hulpwapens te wor den, blijkende uit het feit dat verschillende automatische en krombaanwapens rechtstreeks aan haar worden toegevoegd. „1st es in Erkenntnis solcher noch tastender Anfangsversuche nicht nützlich und begriffeklarend, dann das Kind auch beim richtigen Namen zu nennen, d.h. eine neue Waffeneinteilung zu sehen und zu benennen?" De oude infanterie was de wapensoort, waarbij de enkele man zijn voor alle gevechten benoodigd wapen benevens munitie meevoerde. Dit wapen kan thans niet meer voor alle gevechten worden gebruikt. Schr. licht dit nader toe door er op te wijzen, dat voor het voeren van het vertragend gevecht de infanterist ondoelmatig bewapend is. Het geweer is nml het wapen voor de nabijverdediging en niet voor het vuur op groote afstanden. De moeilijkheden, welke zich voordoen voor het doorschrijden van de laatste 300 m, eischen voor den infanterist een meer „zeitgemasze" bewapening. Ook de omvatting welke in de moderne oorlogvoering met gemotoriseerde eenheden moet plaats vinden, eischt een bewapening van den infanterist met automatische wapens. De conclusie waartoe Schr. komt, is dan ook: „Die alte Infanterie ist weder Durchbruch, noch zur Umfassung, noch zum hinhaltenden Widerstand geeig- net. Darum sei einmal zur Erwagung gestellt, ob der Zukunftskrieg nicht ganz andere Waffengattungen, auch andere Verhaltniszahlen der einzelnen Gat- tungen zu einander braucht, als sie heute noch bestehen." Schr. denkt hierbij aan een nieuwe wapenverdeeling: a) De aanvals- en doorbrekingstroepen, samengevoegd in strijdwagendi visies. b) De omvattings- of beweeglijke troepen, („Panzer-Divisionen") nml snelle, gedeeltelijk door het terrein te verplaatsen, licht gepantserde verbanden met mitrailleur-regimenten en lichte beweeglijke artillerie. Deze wapensoort zal ook bijzonder geëigend zijn voor het voeren van het vertragend gevecht en de vervolging. c) De verdedigingstroepen, nml. de oude infanteriedivisies bestaande uit de troepen te voet bewapend met geweren, waarbij ingedeeld mitrailleur regimenten, „Sperrverbande" en sterke verdragende artillerie. Naast deze 3 hoofdwapensoorten worden als hulpwapens genoemd: de pioniers, vernielingsafdeelingen en verbindingstroepen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 82