822 Bovendien kunnen vliegtuigen van „l'Armée de l'air" worden aangewezen om met de marine samen te werken tot het bewaken van havens en kust- en zeegebieden. Amerika. Als oefenvliegtuigen werden 35 vliegtuigen van de „Seversky Aircraft Corp." aangeschaft. Het zijn 2-persoons laagdekkers, uitgerust met een 350 pk Wright „Whirlwind" motor, welke een snelheid van ongeveer 295 km/u kunnen ontwikkelen. Voor de marine werden 84 verkennings- en bombardementsvliegtuigen bij de „Chance Vought Corp." besteld, welke bestemd zijn voor indeeling op vliegkampschepen. Deze vliegtuigen zijn van een verbeterd type: Vought „Corsair". Eveneens zijn voor de vliegkampschepen bestemd 9 nieuwe Grum man F. 7-1 amphibie-vliegtuigen. Voor troepentransport zijn 3 Douglas DC-2 laagdekkers besteld. Proefnemingen worden gedaan met een nieuwe vliegboot, type Hall XP2H-1, bestemd voor verkenning op grooten afstand en voor bombardement. Deze vliegbooten zijn afkomstig van de „Hall Aluminium Aircraft Corp," en zijn uitgerust met 4 watergekoelde Curtiss GV-1570-D motoren elk van 625 pk; zij kunnen een maximum snelheid ontwikkelen van 225 km/u en een kruissnelheid van 193 km/u. De actie-radius bedraagt 5800 km. Met het prototype werd kortgeleden een vlucht zonder tusschenlanding verricht over een afstand van 3200 km [van Norfolk (Virginia) naar Cocosolo (Pana makanaal)] in 25 uren en 15 minuten. v.V. Infanterie. Revue d'Infanterie, Januari 1935. General Condé geeft in „Note sur le problème du tir des mitrailleuses par dessus des troupes amis en tir direct ou masqué" een tabel met minimum afstanden als functie van den afstand tot de eigen troepen en het verschil in terreinhoek tot de eigen troepen en het doel. In ^'Infanterie dans la manoeuvre en retraite" behandelt lieut.cól. Desré deze operatie eerst theoretisch, daarna aan de hand van een „cas concret" (1914), en ten slotte applicatorisch. Als nieuwe elementen komen op den voorgrond: de keuze van terreinafscheidingen m.h.o. op tankafweer, het ge bruik van snelle tanks voor den tegenaanval om het losmaken van de infanterie z.n. overdag mogelijk te maken. Chef de bataillon du génie Delalande gaat na in „Le tir vertical dans led rangs de l'lnfanterie" welke veranderingen een studie uit 1933 thans zou moeten ondergaan als gevolg van het toegenomen gebruik van krombaanvuur bij de infanterie. Schr. wijst op het gebruik der mortieren stuk voor stuk: „Un mortier ne chauffe pas, ne s'enraye pas et son debit maximum de tir est supérieur aux besoins courants". Zijn conclusie is, dat, indien het tactisch rendement van een zekere tonnage mortierprojectielen grooter is dan eenzelf de gewicht aan artillerieprojectielen, mortiermunitie moet worden aangevoerd z.n. ten koste van de aan te voeren hoeveelheid artilleriemunitie (Deze con clusie laat de toch ook belangrijke factor tijd buiten beschouwing: het zal immers in het algemeen meer tijd (en arbeid en transportmiddelen) kos ten om de munitie bij de mortieren te krijgen dan om deze in de batterij- stellingen te brengen. v.D.). Bulletin Beige des Sciences Mïlitaires, Maart 1935. Major B. E. M. Wanty besluit zijn studie betreffende de Duitsche gevechts methodes (zie ook I.M.T. 1935 blz. 728/9) met een bespreking van de verde diging van compagnie, sectie en groep. O.m. vestigt schr. de aandacht op de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 86