823 rigoureus doorgevoerde groepeering in breedte en diepte, in het bijzonder van de organen die voor de voorste lijn vuur moeten brengen. De lt.mitr. bij de voorste groepen wordt gebruikt zoowel (aanvankelijk) frontaal tot op de grens van de werkzame dracht (800 m) als flankeerend. M.u.v. de „Schweige"-mitr. werken de overige (in de diepte opgestelde) mitr. vrijwel frontaal; van deze wapens wordt de maximum-dracht uitgebuit b.v. voor vuur vóór de voorposten; nadruk wordt gelegd op wisselstellingen en camouflage. De voorposten vormen geen zwakke weerstandsstrook voor de eigenlijke stelling, dcch sluiten in de eerste plaats de wegen af. Ten slotte wijst schr. nog eens op het Duitsche systeem, om z.v.m. bevelen in het betrokken terrein te geven; een snelle uitvoering is gewaarborgd bij oorlogsaanvoerders, die den toestand snel overzien, vlug hun besluit nemen en korte bevelen geven. Onder „Analyses et comptes rendus" wordt besproken een artikel uit het officieele Russische orgaan „De Roode Ster" over een constructie van een klein-kaliber-mitr. van 5,6 mm volgens een revolverstelsel. Militar Wochenblatt. Nr. 32. Technischer Rundblick" door Oberst a.D. Blümmer bevat o.m. een beschrijving van een in Zwitserland in te voeren 4,7 cm inf. kanon tevens voor tank-afweer. Gewicht op luchtbanden 290 kg, in stelling 270 kg; pantserprojectiel 1,5 kg doorslaat op 800 m onder 30° pantser van 4 cm; bristantprojectiel van 2,6 kg tot op 5000 m nog goede werking tegen levende doelen. Rittmeister v. Kospoth toont in „Aus der Truppe für die Truppe. V er - teidigung." de noodzakelijkheid en het belang aan van de bepaling van de hoofdweerstandslijn tegenover een schr. in Nr. 28, die slechts de vaststelling van de vuurstrook daarvóór van belang achtte. Deze lijn is vooral van gewicht m.h.o. op de opstelling van „Schweige-M.G.", waarvoor schr. ongeveer Vs van de mitr. in wil zetten. Nr. 34. „Der polnische Granatwerfer und seine Verwendung im Gejecht." Gewicht 7 kg, projectiel 700 g, kaliber 46 mm, max. dracht 700 m, min. dracht 100 m; voorlader; geen middelen voor indirecte richting (ter besparing gewicht); vuurt uit „half-gedekte" stellingen. Per fuseliercie. 9 wapens, per sie. 1 granaatwerpergroep a cdt., 3 schutters (dragen de wapens), 3 of 4 munitiedragers. Inzet van deze groep in den regel vereenigd, volgens bevelen van den sie.cdt.; indeeling bij geweergroepen wordt vooral voor de verdedi- diging voorzien. „Aus der Truppe für die Truppe. Der Infanterie-Picmierzug des Batail- lons." Voorstel om de per fus.cie beschikbare pioniergroep (een daartoe opgeleide gewone geweergroep) boven de organisatie der cien. te brengen en als sectie bij het bataljon in te deelen. Deze sie. met het personeel van den bat.st. en de vb.sie. in een stafcompagnie te vereenigen. Allgemeine Schweizerische Militarzeitung, Maart 1935. Onder Zeitschriftenwordt een Poolsch artikel over zware inf. wapens besproken. Gevraagd worden mortieren als bataljons-wapens en anti-tank kanonnen als regimentswapens; de laatste tot een aantal van 4 per bataljon. Dit aantal wordt ongeveer op de volgende wijze beredeneerd: aanvang der bestrijding op 1000 m; de tank heeft voor het doorloopen van dien afstand noodig 3 min.; daarin kunnen door het anti-tank-kanon 15 gerichte schoten worden afgegeven, waarvan gemiddeld 4 treffers mogen worden verwacht; dit beteekent per ingezetten vuurmond 4 buiten gevecht gestelde tanks; per bataljonsfront wordt gerekend met minstens 30 te bestrijden tanks, waar tegen onder gunstige omstandigheden kunnen worden ingezet de 4 voor het bataljon bestemde wapens, alsmede die voor het reserve-bataljon. v.D.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 87