828
op 6 Sept. 1914. Hoewel in deze opstellen geene groote tactische problemen aan
de orde worden gesteld, zijn de practische ervaringen van den schr. toch zeer
lezenswaard. Hij vermeldt hier o.m., dat na eenige weken oorlog bijna
geen telefoonkabel meer bij de batterij aanwezig was, en waarschuwt om
zuinig daarmede te zijn door aanvankelijk ruim gebruik te maken van
seinverbinding en ordonnansen en eerst tot een intensiever telefoonnet over
te gaan, als het zeker is, dat geschoten moet worden. Overigens geeft zijne
beschrijving der vuren ook nu weer een goed beeld van de uitwerking, die
wij ervan mogen verwachten.
In Jst die Feldkanone überlebt?" pleit Hauptmann Dr. Ing. Gallwitz voor
een licht veldkanon met paardentractie. Na gewezen te hebben op de facto
ren, die tijdens den oorlog hun invloed hebben uitgeoefend op het ontstaan
van het oorlogsproduct van de F.K. 16, waarbij de mobiliteit geheel geen
gewicht in de schaal legde, concludeert hij, dat dit veldkanon weinig geschikt
is voor den bewegingskrijg. Hiervoor is noodig een lichte veldvuurmond. Ook
aan de lichte veldhouwitser dient men geen te groote waarde te hechten; het
rendement van dezen vuurmond is voor het vuur op levende doelen ongunsti
ger dan dat van het veldkanon, waarbij vooral een rol speelt het benoodigde
munitiegewicht in verband met den aanvoer. Ook voor den strijd tegen vecht-
wagens is de houwitser ongeschikt. De schr. acht de Duitsche organisatie,
waarbij veldhw. batterijen en veldkn. batterijen in één afdeeling voorkomen,
onjuist. Hij bepleit de organisatie van regimenten geheel uit veldkanonnen
bestaande, geschikt om daar te worden ingezet, waar het gevecht een
beweeglijk karakter heeft
Deze art. zal de inf. door elk terrein moeten kunnen volgen en daarom door
paarden getrokken moeten worden. Voor strategische verplaatsingen en voor
indeeling bij gemotoriseerde verbanden zal motortractie noodig zijn, doch de
paardenbespanningen moeten dan ook op auto's worden vervoerd. De schr.
beantwoordt zijn in het opschrift gestelde vraag unbedingt mit „Nein".
Major Kruse behandelt de systematische opleiding bij de geschutexercitie
(Der Geschützexerzierkalender)terwijl Major Böttcher tot slot een Schiesz-
aufgabe geeft, welke beide artikelen voor ons van minder belang zijn.
T.
Luchtverdediging.
Deutsche Luftwacht Mrt. 1935 geeft een beschouwing betreffende hinder
nissen bij de passieve luchtverdediging. De in het algemeen aan deze hinder
nissen te stellen eischen zijn:
a. de mogelijkheid van het aanbrengen mag niet afhankelijk zijn van de
windsterkte,
b. het aanbrengen moet snel kunnen geschieden,
c. hindemissen moeten weinig opvallen en niet gemakkelijk door vij.
vuur en bliksem zijn te beschadigen,
d. zij moeten ter dege verankerd zijn,
e. zij moeten gemakkelijk zijn te vervoeren, op te leggen, in elkaar te
zetten, uiteen te nemen en te herstellen,
de aanschaffingskosten moeten laag zijn.
Aan deze voorwaarden moeten de beide typen hindernissen, t.w. die met
sperballons en die met spervliegers, voldoen. De ballon stijgt het hoogst
bij algeheele windstilte, de spervlieger daarentegen bij sterken wind. Terwijl
ballons bij een windsterkte grooter dan 10 m/sec. niet meer toegepast kunnen
worden, worden juist spervliegers bij deze windsterkte goed bruikbaar. Hoewel
de ballons het groote voordeel hebben, dat voor het oplaten geen verdere hulp
middelen noodig zijn, komen zij overigens tegenover moderne spervliegers
J) Vliegers in den geest van het speelgoed uit onze jongensjaren.