wijl komt een helper met het wapen, de schutter neemt dit over
en kan nu geheel op adem gekomen het vuur onder de beste
omstandigheden openen. Hierbij bedenke men, dat de 1. mitr. nog
vrij zwaar is, n.l. 17 kg.
En zoo zijn er tal van voorbeelden te noemen, waaruit blijkt, dat
er steeds naar wordt gestreefd de werkelijkheid zoo getrouw moge
lijk na te bootsen. Tijdens de oefeningen worden de hulzen b.v.
niet door den man verzameld maar dit wordt, v.z.v. dit mogelijk
is, door daarvoor aangewezen personeel na afloop van de oefn.
gedaan. Aldus wordt de aandacht van den man niet door de zorg
voor zijn hulzen afgeleid.
Op het steeds medevoeren van de gevechts- en keukenwagens
werd reeds eerder de aandacht gevestigdgedurende de oefn.
nemen zij ook de juiste opstellingsplaatsen in en volgen zij de
bewegingen der troepen. Naast het vertrouwd raken met het om
gaan met treinen wordt daardoor bereikt, dat het bij deze voertui
gen ingedeelde personeel goed op de hoogte raakt van zijn taak
op het gevechtsveld.
Van losse patronen wordt een ruim gebruik gemaakt en het
art.vuur wordt voorgesteld door een soort pétardes (Rauchkörper)
welke tusschen de infanterie tot ontsteking worden gebracht. Dit
geschiedt door daartoe aangewezen personeel of door de hulp-
scheidsrechters volgens de aanwijzingen van de leiding. Zoodoende
krijgt de troep eenige oefening in het waarnemen van het vijan
delijk vuur en kunnen de troepen bij het terrein winnen met de
ligging van dit vuur rekening houden. Bovendien worden bij de
onderwijsoefn. de in de nabijheid van deze trefpunten onvoldoend
gedekte manschappen buiten gevecht gesteld. Aardig is het om
te zien, dat, wanneer b.v. de 1. mitr. schutter uitvalt, zijn opvolger
onmiddellijk naar voren springt en zonder dralen het vuur voort
zet.
Van de topografische kaart wordt slechts gebruik gemaakt v.z.v.
dit onder oorlogsomstandigheden ook zou geschieden. Hoewel van
het oefeningsterrein een kaart 1 25.000 bestond, mocht deze bij de
oefeningen nimmer worden gebruikt. De kaart 1100.000 wordt
alleen gebruikt in den reg. staf en den bat.staf. Zoodra de bat.cdt.
echter zijn bevelen geeft, geschiedt dit mondeling en naar het ter
rein. Dit is dus geheel in overeenstemming met hetgeen ons bekend
is uit de verschillende boekjes, welke oefn. in bat.- en reg. verband
behandelen.
Deze maatregel is uiteraard gebaseerd op de overweging, dat in
oorlogstijd in vijandelijk terrein de cien. ook geen kaarten hebben;
in Rusland is het zelfs voorgekomen, dat alleen de reg.cdt. een
schetskaart 1300.000 had.
Bij de oefeningen in bataljons- en regimentsver band valt in het
bijzonder de zeer vlotte bevelvoering op, waaruit blijkt, dat de
861