MEYER RABINGEN mij mededeelde, dat zulks mogelijk was,
dank zij de zeldzame geoefendheid der troepen in het marcheeren
door het terrein.
Wanneer de Engelschen daarentegen een omvatting poogden uit
te voeren, verdwaalden hun afdn. bijna immer, als gevolg van de
weinige geoefendheid in het marcheeren buiten de wegen. Toen zij
later overgingen tot het oprukken in evenwijdige colonnes, hetgeen
vanzelf tot overvleugeling moest leiden, bleef er voor de Duitschers
geen andere keus dan terug te gaan, omdat alle tegenaanvallen
frontaal tegen deze colonnes opliepen.
Van de oefn. bij de cavalerie, welke ik medemaakte, wil ik vol
staan met twee dingen te releveeren, welke mij in het bijzonder
opvielen en wel in de eerste plaats de groote zorg, welke wordt be
steed aan de infanteristische opleiding der manschappen. Bij het re
giment is een hoofdofficier zeer dikwijls een infanterist belast
met deze opleiding en inderdaad kan men constateeren, dat zoodra
is afgezeten het optreden van dat van de infanterie niet meer
is te onderscheiden, natuurlijk steeds rekening houdende met het
bijzondere karakter van het optreden van lichte troepen.
Verder viel mij de groote vuurkracht op, waarover de onderdee-
len de beschikking krijgen; voor de uitvoering van gevechtsop
drachten zoowel defensieve als offensieve krijgen de eska
drons normaal de beschikking over een sectie mitrn. en een halve
sectie mijnenwerpers.
En thans, aan het eind gekomen van hetgeen ik wilde mededeelen
over de opleiding en oefening van den troep, wil ik nog enkele
regels wijden aan den offensieven geest, waarop ik hiervoren reeds
zinspeelde.
Deze bemerkt men aan velerlei dingen maar misschien wel het
meest aan het vlotte optreden van de kleine inf. eenheden; nog
steeds is men bezield met de gedachte „ran an den Feind"
Bij het optreden van de spitscie. ziet men, dat bij het stooten op
weerstand, onmiddellijk in een breed front ten aanval wordt ge
schreden om de mate van 's vijands weerstand vast te stellen, waar
bij men verliezen niet schuwt, een m.i. zeer juist principe, daar het
toch de taak van de onderdeelen van de voorhoede is, om zich in
het bezit te stellen van belangrijke punten en deze door een vlot
en doortastend optreden vóór den vijand te bereiken.
Ook vond ik het typeerend voor den offensieven geest, dat een
gevechtsbeveiliging haar taak steeds offensief uitvoert. Zoodra de
vleugel door den vijand aangepakt wordt, gaat de cie. of het bat.,
belast met de vleugelbeveiliging, ten aanval. De oefn. eindigden dan
ook steeds zoo, dat beide partijen in beweging op elkaar stootten.
Deze voorbeelden mogen voldoende zijn om een indruk te geven
van den uitgesproken offensieven geest, welke den Duitschen
soldaat bezielt en die onontbeerlijk is voor het behalen van suc-
864