die behoeften aan de artillerie kenbaar kan maken, dan moet de artillerie naar voren, al beschikt zij over nog zulke mooie waar nemingsposten. Want die waarnemingsposten zijn waardeloos als den waarnemers niet kan worden medegedeeld waarop zij moeten waarnemen volgens de wenschen der infanterie. Men zal zich dan met een minder gunstige waarneming (voorste lijn) tevreden moe ten stellen. Overigens dient opgemerkt, dat decentralisatie nog niet in zich sluit eene onmiddellijke stellingverandering naar voren, al zal dit laatste veelal een gevolg zijn van het eerste, wegens de verbin dingen. Het door Overste Van Goor voorgestelde nieuwe lid (2), waarin gezegd wordt, dat de decentralisatie onder bepaalde omstandig heden kan geschieden op initiatief van de lagere commandanten, achten wij niet gewenscht, omdat het aanleiding kan vormen tot anarchie in de bevelvoering. Er is altijd ruimte voor initiatief, dat wil zeggen bij verbroken of onvolkomen verband werkzaam zijn in den geest van den hoogeren chef, indien deze van de veranderde gevechtsomstandigheden op de hoogte zou zijn geweest. Dit geldt niet alleen voor de decentralisatie in de bevelvoering der artillerie, doch ook voor tal van andere zaken. Het noemen van eene bepaalde handeling voor initiatiefbetooning vestigt op ongewenschte wijze de aandacht op die kwestie en geeft veelal aanleiding tot een verkeerd initiatief. Es mag genügen, den Gedanken zu streifen, dasz Führungs- kunst immer die Technik gegen die Technik dahin ausnutzen wird, dasz der Geist und der Wille in der Kriegshandlung stets wieder das Entscheidende wird. F. von Rabenau, Operative Entschlüsse gegen einen an Zahl überlegenen Gegner. 877

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 45