den eigenlijken brugslag en aan den toegangsweg aan den N. oever gewerkt. Gedeeltelijk moesten in dit tijdvak nog liggers van Soera- baja worden opgevoerd en overgebracht naar den N. oever van de Solorivier. Er werd tijdens de werkzaamheden veel tegenslag ondervonden met de ingehuurde prauwen, die soms op de meest onverwachte momenten begonnen te lekken. Aanvankelijk werd getracht hulp van de bevolking te krijgen voor het dichten van de prauwen. Daar deze abnormale prijzen vroeg en ze bovendien de prauwen voor ongeveer 5 dagen ter beschikking wilde hebben voor de te verrichten herstellingen, werd van hare hulp maar afgezien en de herstelling van de vele lekke prauwen zelf ter hand genomen. Aan den N. oever werden 3 breeuwstellingen gemaakt, waarop de prau wen met hoog water konden worden hersteld. Het dichten geschiedde met breeuwwerk en pek (met teer)Daar we hierin geen ervaring hadden, werden nogal eens teleurstel lingen ondervonden. Bovendien moest vaak 's avonds en 's nachts bij stormlantaarns worden gewerkt, zoodat het niet te verwonderen viel, dat het soms noodzakelijk bleek de prauwen tot 2 a 3 keer op de helling te trekken, voor ze redelijk dicht waren, 's Nachts werd regelmatig een speciale wacht aangewezen om de lekke prauwen, v.z.v. noodig, leeg te hoozen, waarbij een van den genie- dienst te Soerabaja ontvangen vleugelpomp en later nog een motorpomp goede diensten bewezen. Wat betreft de eigenlijke bruslag' zij opgemerkt, dat de brug in vakken aan den N. oever werd klaargemaakt. Deze vakken werden stuk voor stuk in de brug gebracht, hetgeen vlot verliep. Aan den Z. oever werden 2 vaste jukken met liggers en planken geheel pasklaar gemaakt en gereed gelegd. De plaatsing van deze jukken was noodzakelijk, daar m.h.o. op den in de rivier uitge- bouwden steiger de prauwen op een bepaalden afstand uit den oever moesten blijven. Het monteeren van de jukken werd op den dag, waarop de aan sluiting aan den oever voltooid werd, uitgesteld, teneinde den veerdienst van het regentschap zoo weinig mogelijk te stagneeren. Op den lOen October kwam de aansluiting gereed; intusschen was ook de toegangsweg aangelegd en was dus de verbinding tot stand gebracht. Tijdens de eigenlijke manoeuvres werd bij de brug een brug- wacht gedetacheerd, sterk: 1 eur. sergt., 1 inl. sergt., 1 eur. brig., 8 eur.- en 12 inl. geniesoldaten. Deze brugwacht bleek vooral bij zware regenbuien hare handen vol te hebben met het leeghoozen van de prauwen. Tevens be hoorde tot de taak van de wacht het in de brug aangebrachte uit- vaarbare vak normaal 3 X per dag te openen voor het prauwen- verkeer. Bovendien moest ze voor eventueele herstellingen aan de brug zorgdragen. 881

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 49