zal moeten worden afgewacht of de vijand ons zoo genadig zal zijn,
om voldoende prauwen intact te laten. Bovendien zal in dit geval
de tijd voor den brugslag benoodigd zelfs onder gunstige om
standigheden -niet meevallen en altijd wel eenige dagen duren.
Willen wij ten slotte in oorlogstijd over een brugtype voor mid
delzwaar verkeer (beladen 2- a 21/2-tons auto's) beschikken, dat
tactische (en strategische) waarde heeft, dan zullen we, evenals
in alle legers waar pontonmaterieel is ingedeeld, moeten besluiten
tot de aanschaffing van voldoende lengte geheel voorbereide pon
tonbrug (voor een overgang van liefst 120 m', met minstens nog
50 reserve).
De pontons moeten dan zoo licht mogelijk geconstrueerd zijn,
daar vooral de hanteerbaarheid en de mogelijkheid tot verplaat
sing van de pontons buiten de wegen over zoo noodig 2 a 300 m
afstand, doorslaggevende factoren zijn voor het succes van een
eventueelen brugslag.
Zooals gezegd, een andere oplossing dan die van een behoorlijken
geheel voorbereiden rijdenden pontontrein, wordt d.z. op grond
van de thans opgedane ervaring niet mogelijk geacht.
Ten slotte willen we de moeilijkheden voortvloeiende uit de
ondervolgende punten
a. ongelijke boordhoogten van de prauwen
b. verbinding van brugdek en pontons,
in het licht van de thans opgedane ervaring nog even afzonderlijk
bezien. Vooropgesteld zij, dat deze moeilijkheden technisch zijn
te ondervangen. Echter zal elke methode vrij veel tijd vorderen.
Bij den in dit artikel behandelden brugslag is juist de meeste tijd
gaan zitten in het op bevredigende wijze oplossen van de hierboven
onder a en b genoemde punten. En de hiervoor benoodigde tijd zal
althans voor de prauwen aan den benedenloop van de Solori
vier niet kunnen worden beperkt door het opleggen van voor
bereid materieel, zooals met het brugdek (liggers en planken)
kan geschieden.
De reden hiervan is, dat de prauwen onderling in bouw teveel
verschillen, zelfs al vergelijkt men 2 prauwen van precies dezelfde
capaciteit. Bij 2 dergelijke prauwen zullen tien tegen een de span
ten op verschillende afstanden loopen, zullen verder de banken
en andere dwarsverbindingen in de prauwen op verschillende
plaatsen en op ongelijke hoogten zijn aangebracht. Dientengevolge
zullen de in de prauwen aan te brengen versterkingen (waarmee
èn het vraagstuk van de ongelijke boordhoogten èn dat van de
verbinding van het brugdek aan de prauwen tegelijk worden
ondervangen voor elke prauw weer als een op zich zelf staand pro
bleem moeten worden behandeld, d.w.z. al worden die verster
kingen ook volgens een bepaald systeem uitgevoerd, toch zullen
889