6. DE AFVOER VAN GEWONDEN TIJDENS DEN NADERINGSMARSCH door J. DE RUYTER, Dirig. Officier van Gezondheid le kl. 1. Inleiding. „Zelfs bij dag en over open terrein zal het onder gunstige omstandigheden mogelijk zijn, de gewonden te bereiken en weg te voeren, nadat de eigen voorste gevechtslinie eenige honderden meters gevorderd is voorbij de plaats, waar de eerste beduidende verliezen werden geleden. Biedt het terrein meer dekking, dan kan vorengenoemde afstand kleiner zijn" (O.V.G.D. punt 39). De betreffende arbeid geschiedt door het gedeelte der transport af deeling, dat daartoe op het tijdstip waarop den Divisie-arts zulks noodig voorkomt, door hem ter beschikking wordt gesteld van den Regimentsarts (O.V.G.D. punt 35 al. 4). Het komt mij nuttig voor, de werkwijze bij dien arbeid eens nader onder de oogen te zien aan de hand van een schema. Dat de Div. Commandant de eene maal meer, de andere maal minder personeel beschikbaar zal stellen, vormt geen bezwaar. Dat zal immers weinig invloed hebben op het schema van het werk. Overigens zal daaraan nog aandacht gewijd worden. De beschouwing van den gewonden-afvoer aan de hand van een model-situatie is m.i. nuttig, ten eerste omdat men vat krijgt op het onderwerp voor de vorming van gedachten over allerlei bijzonderheden ervan. Ten tweede zal zoo'n beschouwing ook de oplossing van de problemen voor het vervoer in atypische situaties ten goede komen. De gewonden-afvoer baart vooral moeilijkheden gedurende de beweging, d.i. dus gedurende den naderingsmarsch en de inlei dende gevechten. De moeilijkheden worden n.l. geringer nadat een uitgangsopstelling is ingenomen; daarna zullen de gewonden toch in een strook van beperkte diepte, die ons bovendien bekend is, verzameld en afgevoerd moeten worden, terwijl de geneeskun- 891 x) Naar een voordracht gehouden op een militair-medische conferentie in het Militair Hospitaal te Tjimahi.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 59