Te benoemen op de dezen eervollen, doch tevens zeer verant woordelijken post. Eervol. Zonder twijfel is het eervol in de hoogste mate, te worden bekleed met het bevel over dit Leger, dat zich „Koninklijk" mag noemen niet alleen, doch, naar het woord van den Minister- President, zich die hooge gunst een eeuw en langer heeft waardig getoond. Verantwoordelijk. Zeker. Doch de last der verantwoordelijk heid wordt lichter in het besef van de hooge eer, op dezen post te zijn gesteld. Over de moeilijkheden, welke mij wachten, hebt Gij, Generaal, gesproken. Ik ben er mij van bewust, dat zij liggen opgetast. En bewust ben ik mij tevens, dat nog ernstiger moeilijkheden niet uitgesloten zijn. Doch dit kan ons slechts een spoorslag zijn, om dit Leger te brengen op het hoogst bereikbare peil. En bemoedigend is het dan te bedenken, dat zelfs onder de hui dige bezwarende omstandigheden, in Uw ambtsperiode het Leger versterkt werd, daar, waar versterking bepaaldelijk noodig was dat bewapening en uitrusting werden verbeterd en dat ook ove rigens een hoogere standaard werd bereikt. Generaal, wij zijn er, met U, van overtuigd, dat, nu de tijden tot beperking van het aantal dwingen, meer dan ooit geboden is op de hoedanigheid te winnen. En wij zullen, U volgend op den reeds ingeslagen weg, voortgaan met al die maatregelen te nemen of te bevorderen, welke strekken tot versteviging van het Leger, tot vermeerdering van zijn inwen dige bindende krachten, tot verhooging van zijn innerlijke waarde, opdat het blijve gaaf van geest, en in steeds hooger mate worde een instrument, bij uitstek geschikt voor zijn zoo vóór alles belang rijke taak handhaving van orde en rust en van het Nederlandsch gezag in en over deze landen Wat er ook moge geschieden, deze richtlijn te volgen, rekenen wij ons tot eersten plicht Een enkel woord wil ik thans richten tot de troepen van niet- Europeeschen landaard in het bijzonder. Onderofficieren, brigadiers, korporaals dan serdadoe, anak-anak tanah Hindia Belanda ini Seri Padoeka Toean Commandant bala-tantera jang hendak be- rangkat, baharoe memadjoekan beberapa perkataan, karena hen dak bertjerai daripadamoe. Sekarang kita, Commandant bala-tantera jang baroe, merasa baik, akan berkata satoe doea perkataan bagimoe. Jang kita hen dak akan perdengarkan bagimoe, maksoednja djoega oentoek teman2-moe diseloeroeh tanah Hindia Belanda ini. 837

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 5