923 reserve. Zoodra een comp.cdt. van het betrokken bataljon het lichtsein geeft „Vraag art.vuur", stuurt de bataljonscdt. de waam. post naar hem toe. De art. officier ontvangt nu zijne inlichtingen uit de eerste hand op het ter rein zelf, en leidt verder het vuur der art. met radiotelefonie. (Wij vragen ons af, hoe lang de waarn. post, die uiteraard het vijandelijk art. vuur tot zich trekt, wel stand zal houden). Gedanken eines französischen Artilleristen iiber Verbindung zwischen Infanterie un'd Artillerie im Angriff in het Mil. Wochenblatt van 11 Mrt. '35 No. 34 vormt eene bespreking van het artikel van overste Buchalet in de Revue d'Art. van Aug. 1934. De schr. stelt tegenover de conclusies van overste B. de Duitsche opvattingen. Hij veroordeelt de „Planmaszigkeit" van den aanval. „Artl-Angriffs-Befehle können nur die Gruppierung, die An- griffsrichtung und die Feuertatigkeit der allerersten Phase festlegen. Dann musz der örtliche Führer, in der Regel der Kommandeur der auf Zusam- menarbeit angewiesenen Abteilung selber handeln. Durch seine persönliche Initiative musz er die richtige liaison schaffen. Man hüte sich, ihn durch Befehle in seiner Entschluszfreudigkeit einzuengen". Vuurleiding en waarneming. Lieut.-col. L. G. Rousseau schrijft in de Revue d'Art. van Maart 1935 over Le Tir centralisé. Hij stelt zich hier tegenover het artikel van Lieut.col. Mazenod in de Jan.afl. van hetzelfde tijdschrift, die pleitte voor de afdeeling als tactische eenheid, doch voor de batterij als vuurtechnische eenheid, en die de vuurconcentratie wenschte te beschouwen als een methode, die wel is waar veelvuldig zal worden toegepast, doch niet de normale methode be hoort te zijn (zie I.M.T. 1935 No. 6) De overste Rousseau wenscht daarentegen een systeem, waarbij de afdee- ling als normale vuureenheid zal optreden en slechts bij uitzondering batterij- vuren worden afgegeven. De geheele ontwikkelingsgang van de art. wijst z.i. in deze richting. Om zijne ideeën te verwezenlijken acht de schr. het noodig, dat het „bureau de calculs" van den afd. staf uitgroeit tot een „poste directeur de tir", en dat de vuurleiding georganiseerd wordt overeen komstig die bij de marine. Alle vuurgegevens voor de batterijen worden dus bij de „poste directeur" berekend. De verwezenlijking van zijne denkbeelden is afhankelijk van de vervolmaking der verbindingen, welke volgens schr. niet meer ver verwijderd is. Over de vuurleiding laat schr. zich niet uit. Hij stelt zich trouwens op het standpunt, dat de topografische gegevens en de daginvloeden zeer nauwkeurig bekend zijn; eventueel zou een auto gyro-vliegtuig het onderling topografisch verband kunnen vastleggen. Het komt ons voor, dat de schr. de moeilijkheden bij de practische toepas sing zijner denkbeelden onderschat. In de Bulletin beige des sciences mil. van Maart 1935 geeft Capt.-comman dant B. E. M. Smesman eene verhandeling over Observation d'artillerie, contribution a l'étude de son organisation, hetwelk een bestrijding vormt van eerder verschenen artikelen over dit onderwerp in de Bulletin beige, en wel gebaseerd op hetgeen in de Belgische voorschriften dienaangaande is voorgeschreven. De schr. kant zich tegen centralisatie van den waarne- mingsdienst binnen de groep van eenige afdeelingen, v.z.v. daarmede gepaard gaat een ontnemen van de middelen aan de afdeelingen, die daardoor hun karakter van tactische gevechtseenheid zouden verliezen. Bij die centralisatie stelt men zich op het theoretisch standpunt, dat elke willekeurige waarne mingspost het vuur kan leiden van elke willekeurige batterij. De practijk heeft zich hier echter steeds tegen verzet; de vuurleiding van batterijen door personeel van andere onderdeelen gaf steeds aanleiding tot wrijving. De groepscdt. moet daarom den waarnemingsdienst in de strook van de groep verdeelen onder zijn afdeelingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 91