1028 lengte), zal i.h.a. gesproken het lichaamsgewicht in verhouding tot de lichaamslengte te laag of omgekeerd de lengte in verhouding tot het gewicht te groot zijn. Hoe meer nu de werkelijke lichaamslengte van een persoon afwijkt van de lengte, die hij volgens zijn gewicht zou moeten hebben, des te minder zal hij geschikt zijn voor den militairen dienst. Op dezen regel is de nieuwe index gegrond, nl: 1 L Ln, waarin I de nieuwe index, L de werkelijke lichaams lengte van den onderzochte en Ln de lichaamslengte, die hij bij normalen bouw zou moeten hebben in verhouding tot zijn lichaamsgewicht (G) Ln 6/5 Gn 95, dus: I L (6/5 G 95). Hoe meer deze index tot 0 nadert, des te meer nadert de lichaamsbouw tot den normalen. Schrijver ontkent niet het belang van den borstomvang, maar heeft deze losgemaakt van den index. Deze nieuwe index voldoet niet in alle gevallen, b.v. niet bij lange, magere jongelieden met goed ontwikkelde borst kas (sportbeoefenaars); de borstomvang wijst dan in die gevallen in de richting van geschiktheid. De index is slechts een hulpmiddel. In twijfelgevallen verdient het aanbe veling de index van Pignet naast deze nieuwe index te bepalen. De redactie merkt bij dit artikel op, dat i.h.a. een nieuwe index beneden 8 voldoende, van 810 twijfelachtig, boven de 10 als onvoldoende is te beschouwen. The Military Surgeon, Vol. 76, No. 6, Juni 1935. „Atabrine and plasmoquin in the treatment of malaria" by Capt. W. A. Carlson, M. C. U. S. A. Op een militaire post (Fort Stotsenburg) in de Philippijnen werden gedu rende de periode Oct. '32 Oct. '34 76 malariapatiënten resp. behandeld met plasmochinum comp. en chinine (40 gevallen) en met atebrine, al of niet gecombineerd met plasmochine (36 gevallen)De 40 eerstgenoemde patiënten kregen 6 dagen lang 3 m.dgs 2 tabl. plasmoch.comp. (10 mgr plasmoch. 125 mgr sulf.chinini)welke kuur na 4 dagen pauze werd herhaald, gevolgd door 600 mgr sulf.chinini dgs 6 weken lang. De gemiddelde duur van opname was 16 dagen, d.i. 5 dagen minder dan bij het vroegere chinine-régime. Van de 36 patiënten van de tweede groep kregen er 27 (lijders aan tropica) 5 dagen lang 3 m.dgs een atebrinetabl. van 100 mgr, gecombineerd met 3 m.dgs 10 mgr plasmochine, de overigen (tertiana en quartana lijders) alleen atebrine in gelijke doseering. Verdere nabehandeling werd niet gegeven. De gemiddelde duur van opname was bij deze groep 10 dagen. Van de 36 patiën- tn kregen er 4 toxische verschijnselen, n.l. geelkleuring van huid en sclerae, met verschijnselen van algemeene slapte en gebrek aan eetlust. Een patiënt kreeg daarbij (op den vijfden dag) hooge koorts, zoodat de laatste dosis niet werd gegeven. Bij deze 76 gevallen werden slechts 2 recidieven waargenomen. In alle ge vallen werd niet specifiek behandeld alvorens de diagnose door het positieve bloedonderzoek vaststond. Als groote voordeelen van de atebrine worden genoemd: korte behan- delingsduur (dus korte opnamen), geen onaangenaamheden als bij een inten sieve chininekuur, een gering aantal recidieven. De hoogere kosten van het preparaat worden ruimschoots gedekt door de korte behandelingsduur. De schrijver geeft als zijn conslusies: 1. Bij de behandeling der malaria zijn het atebrine bij de tertiana- en quartana-lijders en het atebrine gecombineerd met plasmochine bij de tropi- calijders superieur aan chinine. 2. Het recidieven- percentage is bij deze geneesmiddelen gering; in deze serie van patiënten 4%. 3. Atebrine en plasmochine vertoonen in een gering percentage toxische verschijnselen en mogen daarom alleen onder nauwgezette controle worden toegediend. H.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 100