Deze poging wordt door de Duitsche wapens in de kiem ge smoord; de beide bataljons komen nauwelijks van hun plaats af. Het Fransche artillerievuur is „tout a fait insuffisant". (Indien dat te 12 middag het geval is, zal het in den vroegen morgen nog voor het aanbreken van dien dag niet veel beter geweest zijn). Een derde poging, welke eveneens na bekomen opdracht te 4.30 nam. wordt gedaan wederom na een inleidende artille riebeschieting van 30 minuten treft geen beter lot. Twee Engelsche vechtwagens, welke inderhaast ter beschikking zijn gesteld om den aanval te ondersteunen, worden nabij A (zie schets) door de Duitsche artillerie in brand geschoten. Slechts enkele infanteristen slagen er in zich tot aan de draadversper ring naar voren te werken; na zonsondergang keeren zij onver- richterzake in de uitgangsopstelling terug. In den vroegen morgen van 12 October constateeren de Fran sche patrouilles, dat de toestand bij den vijand nog onveranderd is. De aanvallen van den lien October hebben den Franschen geen goed gedaan. Bij den eersten aanval zijn 33 gevangenen gemaakt; doch daartegenover staat een verlieslijst van 12 officieren en 350 man bij de voorbataljons. De hoeveelheid op 11 October verschoten art. munitie bedraagt ongeveer 10000 granaten 75 mm en 1200 granaten 155 mm. Uit de verklaringen van de Duitsche krijgsgevangenen blijkt, dat het front tegenover de 126e Div. is bezet door een Duitsche divisie, die kort te voren op dit frontgedeelte is ingezet. Op den rechter- en den linkervleugel van de 126e Div. is de toestand ongewijzigd gebleven, niettegenstaande 2 aanvalspogin- gen van de 123e Div. op Aisonville. De aanval op 12 October. De Commandant van het le Leger gelast voor den volgenden dag een algemeenen aanval van zijn 3 legerkorpsen in voorste lijn te 12 uur middag. De commandant van het 15e Legerkorps bepaalt, dat de aanvalsdoelen voor de 126e Divisie dezelfde zullen zijn als op 11 October; echter zal van den nacht van 11 op 12 October worden gebruik gemaakt om de uitgangsopstelling zoo veel mogelijk te verbeteren [A.T.V. II punt 162 (1)]. De aanval zal worden voorafgegaan door een „préparation d'artillerie aussi puissante que possible" (A.T.V. II punt 160) - De Commandant van de 126e Divisie geeft op 11 Oct. te 8 nam. zijn bevelen voor den volgenden dag. De aanval zal worden uitgevoerd door 173 en 55 R.I., elk met één voorbataljon, één bataljon in tweede en één bataljon in derde lijn. De bataljons, welke tot dusver in voorste lijn stonden komen 941

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 13