in derde lijn, na te zijn afgelost door III 173 en II 55 R.I. De uitgangsopstelling wordt ingenomen achter den weg B. A. Bij elk bataljon in tweede lijn wordt een peloton genie ingedeeld, teneinde na vermeestering van de boerderijen F. en R. deze ter stond ter verdediging in te richten. De inleidende art. beschieting zal reeds aanvangen te 8-30 vom. De zware artillerie zal daarbij vernietigingsvuur (A.T.V. II punt (2) afgeven op de boerderijen F., R. en H., de veldartillerie op de loopgraven welke inmiddels achter de draadhindernis zijn aangelegd en op de omgeving van hpt 133. Te 12 middag zal het vuur van de veldartillerie worden omgezet in een „barrage-roulant", die op 150 m afstand O. van den weg B. A. zal aanvangen en zich zonder onderbreking met een snelheid van 100 m in 3 minuten zal verplaatsen naar de lijn boschperceel Hennechies om vervolgens over te gaan in een afsluitingsvuur (A.T.V. II punt '82) van 15 minuten- De zware artillerie zal te 12 middag haar vuur verleggen op laatstbedoelde lijn, totdat de barrage roulant daar is aangekomen; daarna brengt zij haar vuur over op den rand van het Forêt d'- Andigny. Op 12 Oct. te 10 vom. krijgt de div.cdt. bericht, dat de vijand voor het front van den rechtervleugel van het le Leger wijkt. Op grond daarvan wordt aan de 126e Div. opdracht gegeven na de vermeestering van de bevolen aanvalsdoelen tot Etreux-Vénerolies (aan het Sambre-Oisekanaal) door te stooten. Hoewel de weersomstandigheden tengevolge van mist en regen zeer ongunstig waren en het niet was gelukt 's nachts de uit gangsopstelling te verbeteren, wordt de aanval op het vastge stelde uur ingezet. Echter worden de voorbataljons wederom door het vijandelijk art.- en mitr.vuur tot staan gebracht; de mitrail leurs bij den korenmolen en bij hpt 133 blijken ongedeerd. Ook de hindernis is intact gebleven; de cdt. van het rechter voor bataljon zond nog in den loop van den morgen bericht, dat het art.vuur op de hindernis geen uitwerking had gehad. De 126e Div. verliest bij deze aanvalspoging 6 officieren en 198 man. Een deel daarvan komt op rekening van het vij.art.vuur op de bataljons in tweede en derde lijn, die o.a. met gasmunitie zijn beschoten. Ook de Engelschen hebben nog geen vorderingen kunnen ma ken; de 123e Div. is er echter in geslaagd de hindernis bij hpt 153 te overschrijden en aldaar de voorste vijandelijke loopgraaf te vermeesteren. De artillerie der 126e Div. heeft op dezen dag 8000 granaten van 75 mm en 750 van 155 mm verschoten. 942

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 14