Forté, voor welks vermeestering de gunstige voorwaarden voor voorhanden waren, was gevallen. Ten slotte was er tijd noodig voor de voorbereiding van den vuursteun. Uit de omstandigheid, dat de Fransche artillerie op 13 en 14 October moest inschieten, blijkt, dat het art.vuur op de daaraan voorafgaande dagen, ondanks de groote hoeveelheid ver schoten munitie, niet aan het doel kon hebben beantwoord en dus niet kon hebben geleid tot voldoende onderdrukking van de vijandelijke vuurwapens. Van de groote hoeveelheid ter beschik king van de 126e Divisie gestelde artillerie was weinig profijt ge trokken, gevolg van de overhaasting, waarmee na het échec van 10 Oct. te werk was gegaan. We vestigen nog in het bijzonder de aandacht op den maatregel om den artilleriesteun te doen aanvangen met een stilliggend vuur van 5 minuten, hetgeen bij de aanvallen op 11 en 12 Oct. werd verzuimd. Het was noodig het art.vuur 5 minuten vast te houden, teneinde de voorste infanterie gelegenheid te geven op het vuur op te sluiten. Het ligt immers voor de hand, dat de infanterie, die voor den aanval diep in haar dekkingen moet kruipen op straf fe van beschieting, op uur U die dekkingen slechts met de noodige omzichtigheid zal verlaten. Zet het art.vuur zich terstond in be weging, dan is van den aanvang af het vereischte contact tus- schen het vuur en de beweging verloren; de wapens van den verdediger hebben dan gelegenheid na het passeeren van het art.vuur nog tijdig in werking te komen. Op 15 Oct. werd overigens de vuursteun niet alleen verleend door het zware wapen, doch ook door de mitrailleurs. Waar het geaccidenteerde terrein hier gelegenheid bood tot mitrailleurvuur over de eigen troepen, was het een verzuim, op 11 en 12 Oct. deze wapens niet den aanval te doen steunen; daarbij te bedenken, dat er toch 4 mitrailleur-compagnieën van de bataljons in tweede en derde lijn beschikbaar waren. Voorts merken we nog op, dat de aanvallen op 11 Oct. ook daarom reeds weinig succes konden hebben, waar zij werden uit gevoerd door dezelfde voor bataljons, die den vorigen dag zulk een gevoelig échec hadden geleden; van het moreel van die troepen mocht niet veel worden verwacht. De reden, waarom de voor- bataljons in den nacht van 10/11 niet werden afgelost, zal wel geweest zijn, dat door het vroege aanvalstijdstip op 11 Oct. voor aflossing geen tijd beschikbaar was. Ten slotte trekt nog onze aandacht, dat in de aanvalsstrook van de 12'oe Div. ter breedte van 1600 m niet meer dan twee voorba taljons werden ingezet, zelfs niet, nadat de sterkte van die batal jons tot ongeveer 200 man was teruggebracht. Blijkbaar werd het aantal voor bataljons niet grooter genomen dan juist noodig werd geacht voor de vermeestering van de twee kernpunten van de verdediging, de boerderijen F. en R. Deze aanvalsdoelen waren te 947

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 19