tevens de eenige officier bij dit bataljon, een sergeant, twee bere den ordonnansen en den oppasser van den bat.cdt. Drie cien wor den aangevoerd door sergeanten, een cie wordt door een korporaal gecommandeerd. Alle militairen zijn echter veteranen, die zich door de verschrikkingen van den oorlog niet meer uit het even wicht laten brengen. Zij hebben een marsch van 30 km achter den rug en zijn hongerig en vermoeid; er is geen contact meer met den vijand, het is ongeveer 12 uur middag. Thans krijgt de bat.cdt. de opdracht de divisie, welke ongeveer 24 uur zal rusten, ter hoogte van het dorp X te beveiligen. Het loont de moeite hier het mon delinge bevel van den bat.cdt. volledig te laten volgen. „Onze „divisie bivakkeert daar achter dat bosch, minstens tot hedennacht. „Wij zullen de divisie beveiligen. Indien de Russen komen zullen „wij ons op dezen rug verdedigen, 9e cie in het midden, 10e cie „rechts, 11e cie links, mitr.cie op den re.vleugel; 12e cie achter „dezen heuvel in reserve. Ik bevind mij bij de reserve. Nu ga ik te „paard het terrein verkennen; het bat. zal voorloopig rusten, 9e „cie in dit huis, 10e cie in dat huis, enz. Ga slapen en probeer wat „eten te vinden. De 9e cie. zendt een patrouille ongeveer 2 km in „de richting van waar wij zijn gekomen. Als de Russen komen zal „deze patrouille vuren. Ik ben over ongeveer een half uur terug". Eenvoudiger kan het al niet, maar de bat.cdt. kent zijn menschen en weet wat zij waard zijn; omgekeerd hebben de soldaten een onbeperkt vertrouwen in hun commandant, factoren van onschat bare waarde te velde. Van den vijand is niets bekend, maar de bat.cdt. weet, dat de toestand zich bij het tot stand komen van de eerste aanraking met den vijand in den regel niet snel ontwikkelt. Hij acht het dus verantwoord zijn soldaten eerst wat rust te gunnen. Als hij dan ook na een half uur terug komt heerscht in het dorp volmaakte rust; m.u.v. de manschappen, aangewezen voor de beveiliging, slaapt iedereen. De beveiliging bestaat uit de vorengenoemde pa trouille en één dubbelpost in den rand van het dorp. Laten wij ons even in deze situatie indenken. Een divisie rust tijdens een te rugtocht en belast een bataljon met een totale sterkte van 130 man met de rustbeveiliging; dit bataljon zendt één patrouille uit, plaatst één dubbelpost en gaat slapen. Welk een zelfvertrouwen spreekt daaruit! Zeer terecht noemt het A.T.V. II, 3 (2) dit een eerste vereischte voor een hooggestemd moreel. Bovendien zien wij hier gedemonstreerd, hoe een oordeelkundige beveiliging, wel ke immers rekening moet houden met de omstandigheden, het sparen van de krachten van den troep bevordert (A.T.V. I, 30 (2) En welk een enorm verschil met het optreden van de cie van het eerste voorbeeld, toen 80 nerveuse soldaten werden bestemd voor de beveiliging van hun 160 rustende kameraden! Even moge hier worden gereleveerd, hoe belangrijk het is de grootste aandacht te besteden aan de materieele verzorging van 951

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 23