datum echter gaat de marsch terwijl in Z-richting heftig ka nongebulder weerklinkt plotseling in N. richting. Op 7 Sep tember komt te 8.00 vom. na een korten marsch in Z.O. richting het bevel zich met het front naar het westen in te graven. Te 11.00 vom. moeten deze werkzaamheden worden gestaakt en gaat het in geforceerde marschen oostwaarts. Niemand weet waarom! Plotseling wordt in N. W. richting afgebogen. Deze herhaalde wijzigingen maken op den troep een ongunstigen indruk, de stem ming is zeer gedrukt. Om 5.00 nam. in een dorpje aangekomen, denkt men aldaar den nacht te kunnen doorbrengen, maar om 8.00 nam. wordt bekend gemaakt, dat de li.-vleugel van het He Leger is doorbroken en dat de divisie onmiddellijk naar dezen vleugel moet marcheeren zonder rust en zonder acht te slaan op marschverliezen (dit is de eerste maal, dat de reden van een verplaatsing wordt bekend gemaakt; zie A.T.V. II, pt. 8 (2)). De marsch gaat nu gedeeltelijk dwars door het terrein, terwijl van elk half uur 5 minuten loop pas wordt gedaan. Om 1.00 vom. van den 8sten September zijn aldus ongeveer 18 km afgelegd. Na een korte rust van 3 uur wordt de marsch in Z.O. richting voortgezet en gaat de divisie ten aanval. Al deze verplaatsingen waren een gevolg van de omstandigheid, dat de legerreserve naar gelang van de wijzigingen in den tac- tischen toestand naar een der vleugels werd gedirigeerd. Het behoeft echter geen betoog, dat verschillende verplaatsingen op 7 September voorkomen hadden kunnen worden. Uit dit voorbeeld zien wij: a. dat onnoodige verplaatsingen moeten worden vermeden, maar dat niettemin meermalen marschen zullen moeten wor den uitgevoerd, die later blijken niet noodig geweest te zijn; b. dat dikwijls marschen zullen worden uitgevoerd, waarvan de reden niet bekend gemaakt mag worden. De soldaat moet daarom in vredestijd gewend worden aan het maken van marschen, waarvan hij de beteekenis of het doel niet begrijpt.. En nu nog een enkel voorbeeld van den gunstigen invloed, welke uitgaat van het door' de aanvoerders gegeven voorbeeld (A.T.V. pt. 6 (1)). In Augustus 1916 is het Oostenrijksche front door het Broessilov offensief teruggeworpen. Duitsche bataljons worden als „Kor- settstangen" overal tusschen de Oostenrijksche onderdeelen ingezet. Op zekeren nacht komt zulk een bataljon achter het front en zal daar voorloopig in reserve blijven; de cien worden met groote tusschenruimten opgesteld. De cie, welke wij zullen volgen, wordt door een Oostenrijksch onderofficier naar haar opstellings plaats geleid; zij vindt onderdak in een groote schuur. Blij een dak boven het hoofd te hebben legt iedereen zich ter ruste. Wie 953

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 25