teneinde bij vuuroverbrenging bijv. van hulpdoel op doel, niet de kans te loopen dat het geheele vuur verkeerd ligt. Zelfs bij absolute bekendheid met de plaats van het doel en het hulpdoel is het onmogelijk, in verband met den graad van zuiverheid van onze instrumenten, de zuiverheid van werken op de werkkaart, het aflezen van hoeken met de celluloidplaat, enz., om precies op de juiste plaats uit te komen. Het Fransche schietvoorschrift gaat van den grondslag uit, dat de uitbreidingen zoo groot moeten zijn, dat de zekerheid bestaat dat het doel binnen deze begrenzingen ligt. De uitbreidingen in de breedte en in de lengte, welke aangebracht moeten worden, worden in twee groepen gesplitst, nl.: Ie. de uitbreidingen ten gevolge van de gebruikte methode van schieten (vuuroverbrenging, inschieten met luchtwaarneming enz.) 2e. de uitbreidingen ten gevolge van de mindere zuiverheid der plaatsbepaling van het doel, hulpdoel, en c.q. van de batterijen. Ad. 1. De benoodigde uitbreidingen zijn weergegeven in de hieronderstaande tabel, (zie pag. 971). Bovenstaande uitbreidingen zijn bijna alle overgenomen uit de Instruction générale, 308 t/m 315), alleen de uitbreiding in de diepte, indien het uitwerkingsvuur wordt afgegeven zonder in schieten, is genomen uit het Hollandsche schietvoorschrift, daar dit mij eenvoudiger leek. In Frankrijk neemt men hiervoor 1/5 van de som van alle daginvloedcorrecties, ongeacht het teeken. Ook de extra uitbreiding, in geval van vuurovername, is niet uit het Fransche noch uit het Hollandsche schietvoorschrift; in beide voorschriften heb ik hierover niets kunnen vinden, weshalve ik dit laatste geval nader wil toelichten. Vuurovername komt ongeveer overeen met vuuroverbrenging. Is in het eerste geval de batterij, die schiet, het vaste punt waarover omgezwaaid wordt, in het laatste geval is het, het doel of hulpdoel. De vuurovername dient voor wat zuiverheid betreft gelijkgesteld te worden met het meest gunstige geval van vuuroverbrenging. De batterijen staan in den regel dicht bij elkaar d.w.z. dicht ten opzichte van den afstand hulpdoel doel en de afstandsver- schillen tot het hulpdoel zijn zeer zuiver bekend (het verband tusschen de stellingpunten)De Vo verschillen tusschen de direc tiestukken weten we ook nauwkeurig. Een uitbreiding in de lengte kan m.i. dan ook achterwege blijven. Eenigszins anders is het gesteld met de zijdelingsche richting. Een fout tusschen de stellingpunten van bijv. 10 m, geeft op 500 m een zijdelingsche fout van 2 °/00. Hierbij komen dan nog de foutjes ontstaan door het opmeten van de parallax, het aanprikken van de batterij op de werkkaart, enz. Om deze redenen zou ik voor de batterijen, die vuur overnemen, een extra uitbreiding willen toe- 970

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 42