VOORWAARDEN.
De diepte
De breedte
van het onder vuur te nemen terrein
moet ter weerszijden worden vermeer
derd met
van den afstand
Er is grens geschoten
op het doel zelf.
Er wordt alleen een
groep geschoten op het
doel zelf, waarvan de
grootte der afwijkingen
kan worden bepaald,
(luchtwaar neming)
De beide grenzen
worden als diepte
der strook aange
nomen.
1 °/o
Naar schatting te
bepalen, rekening
houdende met de
verkregen resulta
ten.
2 °/o„
Er wordt ingeschoten op
een hulpdoel, vuurover-
brenging,
1 a 2 °/o
5 a 7 "loo
Het uitwerkingsvuur
wordt afgegeven met ge
gevens aan de kaart ont
leend (dus zonder in
schieten of controle).
2 °/o
Idem, doch de richting
is gegeven met een theo
doliet, welke astrono
misch of geodesisch juist
is georiënteerd.
2 a 3 °/oo
Idem, in de overige ge
vallen
6 a 8 "/«O
Bij vuurovername, de
richting wordt gegeven
met de richtbasis.
4 "1
971
/O
0/
'00
100