6. BESCHOUWINGEN OVER DE WAARDE VAN DEN MODERNEN JAGER door E. J. G. TE ROLLER, le Luitenant der Genie-vlieger. De strijdvraag of den jager nog een plaats toekomt in de moder ne luchtmachten, althans in zijn huidigen vorm, staat in het brand punt der belangstelling van alle luchtvaartmenschen, doch is tot op heden nog steeds niet opgelost. Overal zoekt men naar een beslissing, maar nog nergens durft men met zekerheid een eindoor deel te geven en nog minder de consequenties te aanvaarden, die een ontkenning van zijn waarde zouden moeten meebrengen. Voorstanders van den jachtvliegdienst gelooven met stelligheid dat ook voor de toekomst de jagers het hoofdelement van de luchtverdediging zullen blijven vormen; de tegenstanders weten echter met even groote zekerheid dat de tijd van den jager voor bij is. Van beide zijden schermt men met argumenten, waarvan de waarde grootendeels eerst in een komenden oorlog kan worden bepaald. Wel staat vast, dat men overal een geweldige bedrijvigheid ziet, juist op jagergebied, niet alleen in de vaktijdschriften, doch voor al in de vliegtuigfabrieken. In Engeland is nog kort geleden een speciale commissie in het leven geroepen voor de bestudeering van het luchtgevecht, die o.a. in het bijzonder zal moeten nagaan wat beter iséén- of twee- zitters en bewapening met mitrailleurs of kanonnen? De bestudeering van buitenlandsche en Hollandsche tijdschrif ten geeft ons geen vaststaande ideeën omtrent de waarde van den jager. In de volgende beschouwing zal ik dus mijn eigen opvattin gen weergeven, zooals die ontstaan zijn na de bestudeering van die tijdschriften. Werd aan het einde van den wereldoorlog de overweldigende meerderheid van den jager ten opzichte van den bommenwerper als „voorbij" beschouwd, de na-oorlogsche jaren brachten door de wijziging van de aanvalstechniek der jagers dit voordeel weer geheel aan hen terug. Deze wijziging bestond uit het beoefenen van geheel nieuwe aanvallen als bijv. den aanval van opzij en het aanvallen in patrouilleverband in een zgn. samengestelden aanval of in een rouleerenden aanval. De vuurkracht van den jager bleef 976

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1935 | | pagina 48